ECLI:NL:RBZWB:2021:4816
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Van Gessel
- Rechtspraak.nl
Erkenning van een Malawische beslissing inzake voogdij en de toepassing van het commune IPR
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 september 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voogdij over een minderjarige, geboren in Malawi. De vrouw, die de verzoekster is, heeft verzocht om te worden erkend als wettelijk voogd van de minderjarige, na het overlijden van zijn ouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds januari 2021 bij de vrouw in Nederland woont en dat zij de dagelijkse zorg voor hem op zich neemt. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming om advies gevraagd, die heeft geadviseerd de vrouw te benoemen tot voogdes. De rechtbank heeft vervolgens de Statutory Declaration van de grootmoeder van de minderjarige erkend, waarin zij instemt met de voogdij van de vrouw. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van de Europese regelgeving en dat de Malawische beslissing over de voogdij erkend kan worden in Nederland. De rechtbank heeft het primaire verzoek van de vrouw toegewezen en verklaard dat zij de wettelijk voogd is van de minderjarige. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.