In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 oktober 2021 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende voorlopige voorzieningen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. Z. Gademan, verzoekt om een regeling voor de zorg- en opvoedingstaken van de minderjarigen, alsook om het gebruik van de echtelijke woning. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. van Essen, heeft zijn bezwaren geuit tegen de voorgestelde regeling, maar erkent dat de huidige situatie niet ideaal is. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 20 september 2021, waarbij beide partijen aanwezig waren.
De vrouw stelt voor om een 'birdnesting'-regeling te hanteren, waarbij zij en de man om beurten in de echtelijke woning verblijven, terwijl de kinderen in de woning blijven. De man heeft echter aangegeven dat hij vanwege persoonlijke problematiek niet in staat is om elders te verblijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er spanningen zijn tussen de partijen en dat de huidige situatie niet langer houdbaar is.
Na afweging van de belangen van beide partijen en de minderjarigen, heeft de rechtbank besloten om het primaire verzoek van de vrouw toe te wijzen. Dit houdt in dat de vrouw en de minderjarigen in de oneven weken in de woning verblijven, terwijl de man in de even weken gebruik maakt van de woning. De rechtbank heeft ook bepaald dat de man en de vrouw elkaar in de even en oneven weken kunnen ontmoeten, met een wisselmoment op vrijdag om 17.00 uur. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Oomes, in aanwezigheid van griffier mr. Tillie.