ECLI:NL:RBZWB:2021:537

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 februari 2021
Publicatiedatum
11 februari 2021
Zaaknummer
02/171180-20
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • Mr. Diepenhorst
  • Mr. Kooijman
  • Mr. Broeders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door rijden onder invloed van drugs

Op 22 mei 2019 vond er een ernstig verkeersongeval plaats te Rijsbergen, waarbij de verdachte, als bestuurder van een Peugeot, onder invloed van drugs reed. De verdachte raakte op de verkeerde weghelft en botste frontaal op een Mercedes, bestuurd door [slachtoffer 1], met als gevolg dat zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2], de passagier, zwaar lichamelijk letsel opliepen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich zeer onvoorzichtig en onoplettend had gedragen, wat leidde tot de aanrijding. De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie maanden geëist, maar de rechtbank kwam tot de conclusie dat de ernst van de feiten een zwaardere straf rechtvaardigde. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, en een rijontzegging van drie jaren. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder psychische problematiek en eerdere verkeersfeiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-171180-20
vonnis van de meervoudige kamer van 11 februari 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1985, te [geboorteplaats] ,
laatst bekende adres: [adres] ,
raadsman mr. M. van Kelecom, advocaat te Koersel, België.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 28 januari 2021, waarbij de officier van justitie, mr. Brandwijk, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat
Feit 1:verdachte een verkeersongeval heeft veroorzaakt, waarbij twee personen zwaar gewond dan wel gewond zijn geraakt.
Feit 2:verdachte onder invloed van drugs heeft gereden.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte beide feiten heeft begaan. Zij baseert zich daarbij op het forensisch onderzoek van het ongeval, de getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] en ten aanzien van het letsel op de geneeskundige verklaringen over [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . De officier van justitie is van mening dat er sprake is van aanmerkelijke onvoorzichtigheid en onoplettendheid. Ten aanzien van feit 2 baseert zij zich op het NFI-rapport.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de bewezenverklaring.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Aan de rechtbank ligt de vraag voor of het handelen van verdachte kan worden gekwalificeerd als een overtreding in de zin van artikel 6 WVW. Daarbij moet gekeken worden naar het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het ongeval. Daarbij verdient opmerking dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin. Van schuld in deze zin is pas sprake in het geval van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid of onoplettendheid. Niet elk tekortschieten, niet elke verkeersovertreding is voldoende voor het aannemen van schuld. Bij het vaststellen van onvoorzichtigheid gaat het om de vraag of de verdachte objectief gezien een ernstige fout heeft gemaakt dan wel zijn rijgedrag (aanmerkelijk) onder de maat is gebleven van wat van een automobilist in het algemeen en gemiddeld mag worden verwacht.
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 22 mei 2019, omstreeks 16.50 uur in Rijsbergen reed op de Antwerpseweg. Volgens getuigen [getuige 2] en [getuige 1] reed zij slingerend, volgens [getuige 2] al vanaf de rotonde, en kwam zij meerdere keren op de andere weghelft terecht. Volgens [getuige 2] voegde verdachte op de rotonde te laat in en ging dat maar net goed. Verdachte kwam vervolgens geheel op de andere weghelft voor tegemoetkomend verkeer terecht en raakte vlakbij het adres Antwerpseweg nummer [adres 1] in botsing met de auto van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Het was vrij druk op de weg volgens de eigen verklaring van verdachte en die van [getuige 2] . Verdachte bleek een grote hoeveelheid drugs in haar bloed te hebben. Er werd bij haar een waarde van 340 microgram amfetamine per liter bloed gemeten waar de grenswaarde, indien er een combinatie van middelen is gebruikt, 25 microgram bedraagt. Ook werd er een waarde van 17 milliliter GHB per liter bloed gemeten waar de grenswaarde, indien er een combinatie van middelen is gebruikt, 5 milliliter bedraagt.
Gelet op dit samenstel van gedragingen en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat sprake is van zeer onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag. De rechtbank acht van doorslaggevend belang dat verdachte onder invloed van veel drugs als autobestuurder aan het verkeer heeft deelgenomen, en komt daarom tot een hogere mate van schuld dan waarvan de officier van justitie uitgaat.
Door de aanrijding heeft [slachtoffer 1] een fractuur aan de enkel opgelopen en een kneuzing van de borstkas. De geschatte duur van de genezing bedroeg aanvankelijk voor de enkel drie tot zes maanden en voor de borstkas enige weken. [slachtoffer 2] had als gevolg van de aanrijding een borstgordelafdruk met begeleidende borstbeenbreuk, gebroken middenvoetsbeentjes en een forse ontvelling aan de hand. Zij heeft voor de gebroken middenvoetsbeentjes een operatie moeten ondergaan. De geschatte duur van de genezing voor de voetfracturen bedroeg aanvankelijk drie tot zes maanden. Ter zitting heeft de officier van justitie toegelicht dat beide slachtoffers, wellicht mede gelet op hun leeftijd, nooit meer volledig zullen herstellen. Dit letsel kwalificeert bij zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] als zwaar lichamelijk letsel, gelet op de duur van het herstel en omdat een deel van de letsels operatief moest worden verholpen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 22 mei 2019 te Rijsbergen, gemeente Zundert, althans in
Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Antwerpseweg, zich zodanig
heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden, immers heeft zij, verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend, onvoldoende rechts gehouden en
gereden op de weghelft van genoemde weg, bestemd voor het haar
tegemoetkomende verkeer, waardoor zij, verdachte, met de door haar bestuurde personenauto in botsing is gekomen met een haar tegemoetkomende personenauto ( Mercedes C200 met kenteken [kenteken 1] ), door welk verkeersongeval, [slachtoffer 1] (zijnde de bestuurder van die Mercedes) zwaar lichamelijk letsel, werd toegebracht, te weten een gebroken enkel en een gekneusde borstkas,
en/of [slachtoffer 2] (zijnde de passagier van die Mercedes) zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, te weten: een gebroken borstbeen en vier gebroken tenen en een diepe snijwond in de hand en een snijwond in de knie althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, terwijl zij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
2
op 22 mei 2019 te Rijsbergen, gemeente Zundert, althans in
Nederland, als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft
bestuurd, terwijl zij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten
amfetamine (340 microgram per liter) engamma buturolacton/GHB (17
milligram per liter), waarvan zij wist , dat het gebruik
daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de
rijvaardigheid kon verminderen, dat zij niet tot behoorlijk besturen in staat moest
worden geacht;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden en een rijontzegging voor de duur van 2 jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Namens verdachte is betoogd dat een gevangenisstraf, gelet op de psychische toestand van verdachte, niet passend is. De raadsman heeft geen verweer gevoerd op de door de officier van justitie geëiste rijontzegging.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft een heftig verkeersongeval veroorzaakt. Ze is onder invloed van een combinatie van drugs, in hoge doseringen, in de auto gestapt en de weg op gegaan. Op een drukke weg reed ze slingerend van rechts naar links en kwam zo op de verkeerde weghelft terecht. Hierdoor is ze frontaal tegen de auto van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gebotst. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben daardoor zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Zij hebben beiden na het ongeval vijfenhalve maand in een revalidatiecentrum verbleven. [slachtoffer 2] kan niet meer zonder het hulpmiddel van een voetheffer lopen en ook [slachtoffer 1] is na het ongeval niet meer de oude geworden.
De rechtbank vindt dit heel ernstig. Door onder dusdanige invloed van drugs als autobestuurder aan het verkeer deel te nemen heeft verdachte onverantwoorde risico’s genomen. Ze heeft zich onverschillig getoond voor de geldende verkeersregels en de veiligheid van andere weggebruikers. Dit gedrag heeft bij twee mensen zwaar lichamelijk letsel teweeggebracht. Het is goed dat, zoals haar raadsman heeft gesteld, verdachte inmiddels beseft dat het nog veel erger had kunnen aflopen.
Bij haar beslissing over de strafmodaliteit en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). De rechtbank is tot een zwaardere mate van schuld gekomen dan de officier van justitie. Die oriëntatiepunten gaan bij een gradatie van ‘ernstige schuld’, ‘zwaar lichamelijke letsel’ en bovenmatig middelengebruik uit van de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 7 maanden in combinatie met een rijontzegging van 3 jaren.
De rechtbank houdt voorts rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze door de raadsman zijn aangegeven. Verdachte heeft al langere tijd psychische problematiek, heeft hersenletsel opgelopen als gevolg van een eerder ongeval en kent in haar persoonlijk leven een wankel evenwicht waarbij zij dagelijks zorg nodig heeft om zich staande te houden. Op de Belgische documentatie van verdachte staat een verkeersfeit uit 2018.
Gelet op deze persoonlijke omstandigheden zal de rechtbank de op te leggen straf iets matigen door een deel van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf in voorwaardelijke zin op te leggen. Alles afwegend legt de rechtbank aan verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een rijontzegging voor de duur van 3 jaren.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 8, 175, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een
ongeval betreft waardoor anderen zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht;
feit 2:overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 7 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van 36 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. Diepenhorst, voorzitter, mr. Kooijman en mr. Broeders, rechters, in tegenwoordigheid van Schuurmans, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 februari 2021.
Mr. Kooijman is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
1. zij op of omstreeks 22 mei 2019 te Rijsbergen, gemeente Zundert, althans inNederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Antwerpseweg, zich zodanig
heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden, immers heeft zij, verdachte roekeloos, in elk geval zeer, althans
aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, onvoldoende rechts gehouden en/of
gereden op de weghelft van genoemde weg, bestemd voor het haar
tegemoetkomende verkeer, waardoor zij, verdachte, met de door haar bestuurde personenauto in botsing is gekomen met een haar tegemoetkomende personenauto ( Mercedes C200 met kenteken [kenteken 1] ), door welk verkeersongeval, [slachtoffer 1] (zijnde de bestuurder van die Mercedes) zwaar lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, te weten een gebroken enkel en/of een gekneusde borstkas,
en/of
[slachtoffer 2] (zijnde de passagier van die Mercedes) zwaar lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, te weten:
een gebroken borstbeen en/of vier gebroken tenen en/of een diepe snijwond in de
hand en/of een snijwond in de knie althans zodanig lichamelijk letsel werd
toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de
normale bezigheden is ontstaan,
terwijl zij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van
de Wegenverkeerswet 1994;
( art 6 Wegenverkeerswet 1994 )

2.zij op of omstreeks 22 mei 2019 te Rijsbergen, gemeente Zundert, althans inNederland, als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeftbestuurd, terwijl zij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te wetenamfetamine (340 microgram per liter) en/of gamma buturolacton/GHB (17milligram per liter), waarvan zij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruikdaarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - derijvaardigheid kon verminderen, dat zij niet tot behoorlijk besturen in staat moestworden geacht;( art 8 lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )Bijlage II

De bewijsmiddelen
Feiten 1 en 2
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
1. Het proces-verbaal aanrijding misdrijf, opgenomen op dossierpagina 5 e.v. van het eindproces-verbaal met nummer PL2000-2019117986, inhoudend:
Locatie ongeval
Datum : 22 mei 2019
Omstreeks: 16.50 uur
Adres: [adres 1]
Postcode plaats: [postscode]
Gemeente : Zundert (…)
Vermoedelijke toedracht
De bestuurder van de Mercedes met kenteken [kenteken 1] heeft gereden over de voor het
openbaar verkeer openstaande weg de Antwerpseweg, komende uit de richting van
Rijsbergen en gaande in de richting van Zundert. De bestuurster van de Peugeot met
kenteken [kenteken 2] heeft gereden over de voor het openbaar verkeer openstaande weg de
Antwerpseweg komende uit de richting van Zundert en gaande in de richting van
Rijsbergen. De bestuurster van de Peugeot is met het gehele voertuig op de rijstrook
bestemd voor verkeer in de richting van Zundert geraakt. Ter hoogte van
hectometerpaal 11.1, is de Peugeot met de voorzijde, tegen de voorzijde van de
Mercedes gebotst (…)
Betrokken 1 (voertuig)
Voertuig Personenauto [kenteken 2] Peugeot 206 (België)
Bestuurder
[verdachte]
Betrokken 2 (voertuig)
Voertuig Personenauto [kenteken 1] Mercedes C200 (België)
Bij het ongeval hebben onderstaande personen letsel opgelopen (…)
Achternaam: [slachtoffer 1]
Voornamen: [slachtoffer 1]
Geboren: [geboortedag] 1940
Geboorteplaats: [geboorteplaats] (…)
Letsel: enkel gebroken, borstkas gekneusd
Rol in relatie tot
aanrijding: Bestuurder van personenauto [kenteken 1] (2)
Achternaam: [slachtoffer 2]
Voornamen: [slachtoffer 2]
Geboren: [geboortedag] 1942
Geboorteplaats: [geboorteplaats] (…).
Letsel: borstbeen gebroken, breuk middenvoetsbeentje, ontvelling hand en knie
Rol in relatie tot
aanrijding: Passagier van personenauto [kenteken 1] (2)
2. Het rapport van het NFI, inhoudende alcohol en drugs, opgenomen op pagina 18 e.v van het eindproces-verbaal, inhoudende:
De eindresultaten van het uitgevoerde onderzoek staan in onderstaande tabel.
Tabel Resultaten onderzoek in bloed van [verdachte]
Aangewezen stof
Meetbare stof
Grenswaarde indien enkelvoudig gebruikt
Grenswaarde indien in combinatie gebruikt
Eindresultaat in bloed
RapportageEenheid
amfetamine
amfetamine
50
25
340
Microgram per liter
GHB, gamma
butyrolacton of 1,4-
butaandiol
GHB
10
5
17
Milligram per liter
3. Het proces-verbaal forensisch verkeersdelict, opgenomen op dossierpagina 23 e.v. van het eindproces-verbaal, inhoudend:
(…)
Interpretatie van bevindingen
Uit de door mij aangetroffen situatie, de sporen, de eindpositie van de voertuigen, de
schade aan de voertuigen en de mij beschikbaar gestelde camerabeelden, kan de volgende
vermoedelijke toedracht worden geconcludeerd:
De bestuurder van de Mercedes Benz heeft gereden over de hoofdrijbaan van de
Antwerpseweg, komende uit de richting van Rijsbergen en gaande in de richting van Zundert.
De bestuurder van de Peugeot heeft gereden over de hoofdrijbaan van de Antwerpseweg,
komende uit de richting van Zundert en gaande in de richting van Rijsbergen.
Door een forensisch technisch niet vast te stellen oorzaak, was de bestuurder van de
Peugeot, op de hoofdrijbaan van de Antwerpseweg, met het gehele voertuig, op de
rijstrook bestemd voor verkeer in de richting van Zundert geraakt. Ter hoogte van
hectometerpaal 11.1, was de Peugeot met de voorzijde, tegen de voorzijde van de
Mercedes Benz gebotst.
Ten gevolge van de botsing was de Mercedes Benz nagenoeg gelijk tot stilstand gekomen
op de door mij aangetroffen eindpositie.
Ten gevolge van de botsing was de Peugeot enkele meters terug geworpen en tot
stilstand gekomen op de door mij aangetroffen eindpositie.
Samenvatting
De bestuurder van de Peugeot heeft het door haar bestuurde voertuig niet voortdurend
onder controle gehad, waardoor zij met het gehele voertuig op de rijstrook bestemd
voor het tegemoet komende verkeer was geraakt.
De bestuurder van de Peugeot had het door haar bestuurde voertuig niet tijdig tot
stilstand gebracht binnen de afstand waarover de weg vrij en te overzien was.
4. Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] , opgenomen op dossierpagina 36 e.v. van het hiervoor genoemde eindproces-verbaal, inhoudende:
Vandaag reed ik omstreeks 16.50 uur op de Antwerpseweg richting Rijsbergen. Voor mij zag ik een grijze Peugeot van links naar rechts over de rijbaan zwalken. Ik dacht nog
dit gaat niet goed. Kort hierna zag ik de Peugeot frontaal op een andere grijze auto
klappen.
5. Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] , opgenomen op dossierpagina 39 e.v. van hiervoor genoemde eindproces-verbaal, inhoudende:
Op 22 mei 2019, kwam ik vanaf Zundert gereden. Een Peugeot voegde op de rotonde in. Dit ging maar net goed. Eigenlijk voegde de Peugeot te laat in. Ik reed achter de Peugeot.
Vervolgens zag ik dat de Peugeot slingeren. Het eerste wat mij opviel was dat de
vrouw in de Peugeot scheef in de auto zat. Ik zag dat ze met de auto van rijbaan
wisselde van links en rechts. Het was vrij druk op de weg en dit ging iedere keer
maar net goed. Ik zag dat ze op de linkerrijstrook kwam en op een tegenligger botste.
6. De geneeskundige verklaring van [slachtoffer 2] , opgenomen op dossierpagina 47 van het hiervoor genoemde eindproces-verbaal, inhoudende:
Uitwending waargenomen letsel:
Borstgordelafdruk, begeleidende borstbeenbreuk
Gezwollen, pijnlijke voet links, luxatie en breuk middenvoetsbeentjes II, IV en V
Forse ontvelling hand rug rechts (…)
Overige van belang zijnde informatie (operaties, blijvend letsel e.d.)
Operatief herstel middenvoetsbeentjes linkervoet
Ten aanzien van borstbeenbreuk conservatief beleid (…)
Geschatte duur van de genezing:
3 à 6 maanden ten aanzien van voetfracturen.
7. De geneeskundige verklaring van [slachtoffer 1] , opgenomen op dossierpagina 50 van het hiervoor genoemde eindproces-verbaal, inhoudende:
Uitwending waargenomen letsel:
Pijnlijke enkel links (+ gezwollen) en pijnlijke borstkas
Overige van belang zijnde informatie (operaties, blijvend letsel e.d)
Gipsbehandeling tgv fractuur enkel links
Kneuzing borstkas zonder aanwijzingen van ribfracturen
Geschatte duur van de genezing:
3-6 maanden ten aanzien van enkel, kneuzing aantal weken.
8. Het proces-verbaal verhoor verdachte, opgenomen op dossierpagina 80 e.v. van het hierboven genoemde eindproces-verbaal, inhoudende:
(…) Op woensdag 22 mei 2019 ergens in de namiddag ben ik betrokken geraakt bij een
verkeersongeval te Nederland, Zundert op de Antwerpseweg.
Ik reed aldaar met mijn voertuig Peugeot 206 met Belgische nummerplaat [kenteken 2] komende uit de richting van België en rijdende in de richting van Breda,
Het is ook zo dat de weg waarop ik reed mij onbekend was en het heel druk was, er was tevens een omleiding.