Uitspraak
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het gezag over de minderjarige [minderjarige 1]. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. F.L. Donders, verzoekt om het gezamenlijk gezag met de man te beëindigen en haar alleen het gezag over [minderjarige 1] toe te kennen. De man is niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij op correcte wijze was opgeroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man al geruime tijd geen contact heeft met de vrouw of de minderjarige, en dat hij niet in staat is om beslissingen te nemen in het belang van [minderjarige 1]. De vrouw heeft aangevoerd dat de man structureel onbereikbaar is en dat dit negatieve gevolgen heeft voor de ontwikkeling van [minderjarige 1]. De rechtbank heeft de minderjarige gehoord en vastgesteld dat hij begrijpt waarom zijn moeder dit verzoek heeft gedaan. De betrokken jeugdzorgwerker heeft bevestigd dat het contact met de man problematisch is en dat hij niet in staat is om zijn verantwoordelijkheden als ouder na te komen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van [minderjarige 1] noodzakelijk is dat de vrouw alleen met het gezag wordt belast, en heeft het verzoek van de vrouw toegewezen.