Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Nadere beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING,
[minderjarige] , geboren op 8 maart 2004 te [geboorteplaats] ,
[minderjarige] , voornoemd.
Het nadere procesverloop
- [minderjarige] (via een telefonische verbinding);
- twee vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling.
De feiten
Het verzoek
De standpunten
De beoordeling
De kinderrechter vindt het ook belangrijk dat gekeken wordt naar welke hulpverlening nog ingezet kan worden tot aan [minderjarige] achttiende verjaardag, maar ook welke hulpverlening na haar achttiende nodig is. De omstandigheid dat die hulp pas vanaf haar achttiende levensjaar door de gemeente zal kunnen worden gefinancierd maakt niet dat over die hulp op voorhand geen overleg kan worden gevoerd en afspraken kunnen worden gemaakt. Een vaste vertrouwenspersoon voor [minderjarige] kan hierin een belangrijke rol spelen en het is aan de GI om hier actief naar op zoek te gaan. Daarnaast vindt de kinderrechter het belangrijk dat de GI zo snel mogelijk contact zoekt met de beoogde onderwijsinstelling en met hen – samen met [minderjarige] – in gesprek gaat over de mogelijkheden om onderwijs te volgen. [minderjarige] moet in dit proces betrokken worden; bijvoorbeeld door het zelf bezoeken van de onderwijsinstelling. Eerder heeft [minderjarige] aangegeven en is namens haar bepleit dat zij het erg belangrijk vindt om naar school te kunnen gaan en het is daarom van belang dat de GI tot het uiterste gaat om hierin (alsnog) iets voor haar te kunnen betekenen.