ECLI:NL:RBZWB:2021:5585
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure WIA
Op 4 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoekster en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Verzoekster had op 24 juni 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het UWV op haar aanvraag van 30 maart 2021 voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Na een besluit van het UWV op 16 juli 2021, heeft verzoekster haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen, waarbij het gewicht van de zaak als licht werd aangemerkt. Dit is gebaseerd op de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, die geschillen over het uitblijven van een besluit als licht beschouwt. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 374,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en heeft verweerder (UWV) verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter L.P. Hertsig en openbaar gemaakt op dezelfde dag.
Verzoekster is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.