ECLI:NL:RBZWB:2021:5915
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting na vernietiging door heffingsambtenaar
Op 3 november 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de naheffingsaanslag, die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Middelburg. De heffingsambtenaar heeft echter op 21 oktober 2021 laten weten dat de naheffingsaanslag is vernietigd. Hierdoor kwam de rechtbank voor de vraag te staan of de belanghebbende nog procesbelang had bij het beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet heeft gereageerd op een verzoek om haar beroep te handhaven en ook niet op de zitting aanwezig was. Aangezien de heffingsambtenaar volledig aan de verzoeken van de belanghebbende tegemoet was gekomen, kon het beroep niet meer leiden tot een gunstiger resultaat voor de belanghebbende. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan belang.
Desondanks heeft de rechtbank bepaald dat de heffingsambtenaar het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 48,- dient te vergoeden, omdat de belanghebbende niet zonder grond beroep had ingesteld. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien er geen kosten waren die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.