ECLI:NL:RBZWB:2021:6239
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanslag forensenbelasting 2019 en beschikbaarheid van de woning voor eigen gebruik
Op 7 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Vlissingen over een aanslag forensenbelasting voor het jaar 2019. De heffingsambtenaar had een aanslag opgelegd aan de belanghebbende, die eigenaar is van een woning in Vlissingen, met de stelling dat de woning meer dan 90 dagen beschikbaar was voor eigen gebruik, terwijl de belanghebbende betoogde dat hij de woning slechts 35 dagen voor eigen gebruik had gehouden en de overige dagen aan derden had verhuurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende in 2019 de woning in totaal 65 dagen zelf heeft gebruikt, wat meer is dan de toegestane 35 dagen volgens de verhuurovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar terecht de aanslag forensenbelasting had opgelegd, omdat de woning meer dan 90 dagen beschikbaar was gehouden voor de belanghebbende en zijn gezin. De rechtbank verwierp ook het beroep van de belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel, omdat hij niet voldoende bewijs had geleverd dat eerdere aanslagen op basis van dezelfde gegevens waren vernietigd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de aanslag forensenbelasting.