ECLI:NL:RBZWB:2021:6256
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake handhaving woninggebruik door arbeidsmigranten
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 7 december 2021, wordt het beroep van eisers behandeld tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen op hun bezwaar. Eisers, vertegenwoordigd door mr. J.A. de Boe, hebben op 25 mei 2021 bezwaar aangetekend tegen besluiten van 13 april 2021, waarin werd besloten niet handhavend op te treden tegen het gebruik van een woning door arbeidsmigranten. De rechtbank stelt vast dat het bezwaarschrift op 27 mei 2021 door verweerder is afgehaald, maar dat verweerder dit niet heeft verwerkt. Hierdoor is de beslistermijn van twaalf weken overschreden, wat betekent dat eisers in hun recht staan.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist. Verweerder wordt opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar te nemen. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelt vast dat verweerder in totaal € 1.442,- aan dwangsommen heeft verbeurd, omdat de ingebrekestelling op 24 augustus 2021 is ontvangen en er sindsdien meer dan 42 dagen zijn verstreken.
Verder moet verweerder het door eisers betaalde griffierecht van € 181,- vergoeden en de proceskosten van € 374,- betalen. De rechtbank concludeert dat het niet tijdig nemen van een besluit voor rekening en risico van verweerder komt, en dat de dwangsombeschikking van 2 september 2021 niet correct is afgehandeld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.