ECLI:NL:RBZWB:2021:6404
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens illegale prostitutieactiviteiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2021 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen de Stichting TBV en een huurder, hierna te noemen [gedaagde]. De Stichting TBV vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van [gedaagde] in Tilburg, omdat er illegale prostitutieactiviteiten in de woning zouden plaatsvinden. De huurovereenkomst was ingegaan op 31 augustus 2018 en de algemene huurvoorwaarden waren van toepassing. TBV stelde dat [gedaagde] in strijd met de huurovereenkomst handelde door het gehuurde te laten gebruiken voor prostitutie, wat leidde tot overlast en een negatieve invloed op de woonomgeving. TBV had [gedaagde] de mogelijkheid gegeven om de huurovereenkomst zelf op te zeggen, maar dit gebeurde niet.
[gedaagde] voerde verweer en stelde dat hij niet op de hoogte was van de prostitutieactiviteiten en dat hij slechts tijdelijk logees had ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] op de hoogte had moeten zijn van de activiteiten, gezien de omstandigheden en de rapporten van de toezichthouders. De rechter concludeerde dat er sprake was van een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst, die ontbinding en ontruiming rechtvaardigde. De belangen van TBV, die de leefbaarheid in de wijk wilde waarborgen, prevaleerden boven het woonbelang van [gedaagde], die zorg droeg voor zijn minderjarige dochter. De kantonrechter heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning toegewezen, met een ontruimingstermijn van vier weken. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van TBV.