ECLI:NL:RBZWB:2021:6442

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 december 2021
Publicatiedatum
17 december 2021
Zaaknummer
BRE-21_1993
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake aanslag vennootschapsbelasting

Op 17 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beroepschrift tegen een aanslag vennootschapsbelasting. De gemachtigde van de belastingplichtige heeft het beroepschrift ingediend, maar dit voldeed niet aan de wettelijke vereisten zoals gesteld in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er was geen schriftelijke machtiging overgelegd en het beroepschrift was niet ondertekend door de belastingplichtige. Bovendien ontbraken de noodzakelijke motiveringen voor het beroep.

De griffier heeft de gemachtigde meerdere keren de kans gegeven om de verzuimen te herstellen, maar deze heeft hier geen gebruik van gemaakt. Ondanks uitstelverzoeken en de mogelijkheid om de verzuimen te corrigeren, heeft de gemachtigde de benodigde documenten niet aangeleverd binnen de gestelde termijnen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangetekende brieven van de griffier zijn afgeleverd op het opgegeven adres van de gemachtigde, maar er is geen actie ondernomen om de verzuimen te verhelpen.

Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 6:6 van de Awb. De uitspraak is gedaan door rechter S.A.J. Bastiaansen en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend bij de rechtbank, waarbij de indiener kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 21/1993
uitspraak van 17 december 2021
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
mr. [gemachtigde]die heeft gesteld het beroepschrift te hebben ingediend namens
[belanghebbende]
en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

Motivering

mr. [gemachtigde] (hierna: de gesteld gemachtigde) heeft een beroepschrift toegestuurd betreffende de aanslag vennootschapsbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer] .V.86.0112 en de bij beschikking opgelegde boete van [belanghebbende] (hierna: de belastingplichtige).
Het beroepschrift voldoet niet aan wettelijke vereisten als bedoeld in artikel 6:5 van de Awb. Ten eerste is bij het beroepschrift geen schriftelijke machtiging overgelegd. Dat had wel gemoeten, aangezien het beroepschrift niet mede-ondertekend is door de belastingplichtige en niet gebleken is dat de verzender van het beroepschrift advocaat is. Verder bevat het beroepschrift onder meer geen motivering (geen “gronden”).
De griffier heeft de gesteld gemachtigde bij brief van 7 mei 2021 de kans gegeven deze verzuimen te herstellen binnen vier weken na de datum van verzending van die brief. Dit verzoek is herhaald bij aangetekende brief van 10 juni 2021.
Bij brief van 18 juni 2021 heeft de gesteld gemachtigde uitstel verzocht voor het motiveren van het beroep. Bij brief van 22 juni 2021 is door de griffier uitstel verleend tot en met 15 juli 2021. Bij brief van 14 juli 2021 heeft de gesteld gemachtigde om uitstel verzocht tot en met 23 juli 2021 voor het motiveren van het beroep. Bij brief van 16 juli 2021 is door de griffier uitstel verleend tot 23 juli 2021. Bij e-mail van 23 juli 2021 heeft de gesteld gemachtigde uitstel verzocht voor het motiveren van het beroep tot 31 augustus 2021. Bij aangetekende brief van 2 augustus 2021 is door de griffier uitstel verleend tot en met 17 augustus 2021. Alle door de griffier verzonden brieven bevatten de waarschuwing dat indien de verzuimen niet tijdig worden hersteld, de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren.
Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de aangetekende brief van 2 augustus 2021 afgeleverd op het door de gesteld gemachtigde opgegeven adres.
De gesteld gemachtigde heeft de verzuimen niet hersteld binnen de gestelde termijn en heeft de verzuimen nog altijd niet hersteld.
De rechtbank ziet onder deze omstandigheden aanleiding op het beroep niet-ontvankelijk te verklaren op grond van artikel 6:6 van de Awb.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 17 december 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.