Op 21 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal uit woningen. De verdachte, geboren in 1986 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Torentijd te Middelburg, werd bijgestaan door raadsman mr. R.A.H. van Huijgevoort. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 7 december 2021, waarbij de officier van justitie mr. E.E. de Feijter de aanklacht presenteerde. De verdachte werd beschuldigd van het inbreken in de woningen van twee benadeelde partijen en het pinnen met een gestolen pinpas.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 9 september 2021 in Tilburg had ingebroken in de woning van [benadeelde partij 1] en goederen had weggenomen, waaronder Asics sportschoenen. De verdachte had een alternatieve verklaring gegeven voor zijn aanwezigheid in de tuin van de woning, maar deze werd door de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde geschoven. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wel degelijk in de woning was geweest en dat zijn verklaring in strijd was met eerdere verklaringen die hij bij de politie had afgelegd.
De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen en legde een gevangenisstraf van 10 maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte al in voorarrest had doorgebracht. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partijen, waaronder [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2]. De rechtbank hield rekening met de recidive van de verdachte en de impact van de inbraken op de slachtoffers.