ECLI:NL:RBZWB:2021:6555
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 25 maart 2021. Dit bezwaar was gericht tegen een besluit van 19 februari 2021, waarbij op zijn verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) is beslist. De rechtbank heeft in deze uitspraak vastgesteld dat verweerder op 25 juni 2021 had moeten beslissen, maar dit niet heeft gedaan. Eiser heeft verweerder op 21 september 2021 in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een nieuw besluit is genomen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder zijn beslistermijn heeft overschreden. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder een dwangsom van € 1.442,- heeft verbeurd, omdat er meer dan 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 181,- moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van eiser moet bijdragen tot een bedrag van € 374,-. De rechtbank heeft de zaak als licht gekwalificeerd, gezien de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin geschillen over het uitblijven van een besluit als licht worden beschouwd. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig op 21 december 2021 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.