Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
beschikking vaststellen omgangsregeling
in de zaak van
[moeder] , hierna te noemen de moeder,
[vader] , hierna te noemen de vader,
De RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO ZUIDWEST NEDERLAND,
Het procesverloop
De feiten
Het verzoek
- één keer in de veertien dagen weekendbezoek van [minderjarige 2] en [minderjarige 1] aan vader. Vrijdag uit school tot zondag 19.00 uur. Tijdens de weekendbezoekregeling is er op vrijdag gedeeltelijk begeleiding van ASVZ aanwezig;
- verdeling bezoek voor de feestdagen en verjaardagen.
De standpunten
Naar aanleiding van vragen tijdens de mondelinge behandeling en het aldaar gegeven advies door de Raad kan de GI zich wel vinden in een tijdelijke, volledig begeleide omgangsregeling, terwijl intensief onderzoek zal worden gedaan naar kindeigen problematiek. Er zijn geen recente diagnoses beschikbaar ten aanzien van de kinderen. Er is een wachtlijst voor speltherapie voor [minderjarige 1] en er wordt PMT ingezet. [minderjarige 2] wordt ondersteund door maatschappelijk werk in het ziekenhuis en staat op de wachtlijst voor Spetter. Ook zal andere begeleiding in de situatie van de moeder worden geboden. De GI is ervan op de hoogte dat de hulpverleners in de situatie van de moeder van mening zijn dat de door hen geboden hulp niet toereikend is. De GI overweegt om die reden in te gaan op verzoek van de moeder om met de kinderen weer te worden opgevangen in een 24 uurs voorziening.
Zij voelt zich daarnaast onvoldoende gezien en gehoord door de jeugdzorgwerker. Er is onvoldoende contact en de jeugdzorgwerker wil geen rekening houden met het verleden terwijl dat traumatisch is geweest. De moeder krijgt weliswaar hulp aan huis, maar stelt vast dat ook de betrokken hulpverleners van mening zijn dat deze hulp niet toereikend is. Zij zou daarom het liefst terugkeren naar de opvang waar zij al eerder met beide kinderen verbleef. De moeder is daarnaast van mening dat het belangrijk is voor de kinderen dat zij omgang met de vader blijven houden. Zij zal daarom graag meewerken aan een volledig begeleide omgang, van twee of drie uur op iedere tweede vrijdagmiddag.
Nu op dit moment op voornoemde punten geen duidelijkheid bestaat, adviseert de Raad een tijdelijke, volledig begeleide omgangsregeling vast te stellen en het verzoek voor het overige aan te houden in afwachting van een actuele en adequate onderbouwing. De raad adviseert tegen een plaatsing in een 24 uursopvang omdat dit de kinderen weer uit hun eigen omgeving trekt. Het is bovendien onvoldoende onderbouwd. Daarnaast moet worden bezien of de werkverhouding tussen de moeder en de jeugdzorgwerker nog kan worden voortgezet, er lijkt geen sprake te zijn van een klik.
De beoordeling
Dit zijn de volgende:
De omgang zal plaats vinden in of vanuit woning van de vader. De vader zal het vervoer verzorgen. De kinderrechter heeft hier zorg bij, omdat het vervoer door financiële problemen van de vader soms niet door kon gaan. De kinderrechter stelt vast dat de vader bijzondere bijstand met dit doel kan aanvragen en verzoekt de GI hem hierbij te ondersteunen.
Deze regeling is voorlopig van aard, het verzoek wordt voor het overige aangehouden
pro forma tot vrijdag 18 maart 2022.
uiterlijk vrijdag 4 maart 2022 te 12.00in te dienen bij de rechtbank en te verzenden aan alle betrokkenen. De overige betrokkenen wordt verzocht uiterlijk op datzelfde moment verhinderdata kenbaar te maken voor de maand maart 2022.
De beslissing
- de vader verzorgt het vervoer van [minderjarige 2] en [minderjarige 1] ;
- het eerste omgangsmoment in het kader van deze voorlopige regeling vindt plaats op vrijdag 24 december 2021;
- de omgangsmomenten dienen volledig te worden begeleid door ASVZ of een soortgelijke organisatie;
- wanneer een omgangsmoment samenvalt met ziekenhuisbezoek van [minderjarige 2] bepaalt de GI een vervangend omgangsmoment zodat de regelmaat van de omgangsregeling wordt gehandhaafd;
- deze omgangsregeling geldt zolang de kinderrechter geen nadere of definitieve omgangsregeling zal hebben bepaald;
pro forma 18 maart 2022, bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg;
uiterlijk vrijdag 4 maart 2022 te 12.00in te dienen bij de rechtbank en te verzenden aan alle betrokkenen. De overige betrokken wordt verzocht uiterlijk op datzelfde moment verhinderdata kenbaar te maken voor de maand maart 2022;
's-Hertogenbosch