ECLI:NL:RBZWB:2021:6690
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Van de Kraats
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot echtscheiding wegens onduidelijkheid over rechtsgeldigheid huwelijk in Syrië
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. E.B. Doganer, verzocht om de echtscheiding op grond van het feit dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De man, die zonder advocaat verscheen, heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, omdat beide partijen op het moment van indiening van het verzoek hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden.
De vrouw heeft gesteld dat zij en de man op 20 juni 2015 in Homs, Syrië zijn gehuwd, maar zij beschikte niet over een huwelijksakte. De rechtbank heeft de rechtsgeldigheid van het huwelijk beoordeeld aan de hand van het Syrische recht, dat vereist dat een traditioneel huwelijk moet worden bekrachtigd door een familierechtbank om rechtsgeldig te zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de bekrachtiging van het huwelijk, wat betekent dat het huwelijk niet kan worden erkend in Nederland op basis van artikel 10:31 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Aangezien er geen rechtsgeldig huwelijk is dat in Nederland kan worden erkend, heeft de rechtbank het verzoek tot echtscheiding afgewezen. Wel heeft de rechtbank opgemerkt dat partijen in staat zijn om afspraken te maken over hun kinderen, en deze afspraken zijn ter zitting besproken, maar konden niet in het dictum worden opgenomen. De beslissing is genomen door mr. Van de Kraats en is openbaar uitgesproken.