ECLI:NL:RBZWB:2021:6710
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake bijstandsuitkering en griffierecht
Op 30 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eisers, [naam eiser 1] en [naam eiser 2], en verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst. De eisers hebben op 28 september 2021 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 19 augustus 2021, die betrekking had op de intrekking en herziening van hun bijstandsuitkering over de periode van 31 oktober 2019 tot en met 25 juni 2020, alsook de terugvordering van een bedrag van € 8.586,13 aan verstrekte bijstand.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eisers het verschuldigde griffierecht van € 49,- niet tijdig hebben betaald. De griffier heeft eisers herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar eisers hebben geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren zonder zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van C.A.F. Kalb, griffier. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eisers hebben de mogelijkheid om binnen 6 weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de beslissing.