ECLI:NL:RBZWB:2021:6884
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Toekoen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om afgifte paspoorten en vervangende toestemming voor vakantie met pleegkinderen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 december 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende geschillen rondom de uitvoering van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen. De gecertificeerde instelling (GI) had twee verzoeken ingediend: het eerste verzoek betrof de afgifte van paspoorten van de minderjarigen door de moeder, en het tweede verzoek was om vervangende toestemming te verlenen aan de pleegouders om met een van de minderjarigen op vakantie te gaan.
De moeder betwistte dat zij de paspoorten niet had afgegeven en stelde dat zij deze eerder aan een jeugdzorgwerker had overhandigd. De GI kon tijdens de mondelinge behandeling niet bevestigen of ontkennen dat de paspoorten al in hun bezit waren. Bovendien was er geen recent verzoek aan de moeder gedaan om de paspoorten af te geven. De kinderrechter concludeerde dat er geen geschil was over de afgifte van de paspoorten, waardoor het verzoek van de GI werd afgewezen.
Wat betreft het tweede verzoek om vervangende toestemming voor de vakantie, kon de GI niet specificeren wanneer en waar de vakantie zou plaatsvinden. Dit gebrek aan concrete informatie maakte het voor de kinderrechter onmogelijk om het verzoek adequaat te beoordelen. Daarom werd ook dit verzoek afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 6 januari 2022.