ECLI:NL:RBZWB:2021:6887

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 november 2021
Publicatiedatum
28 januari 2022
Zaaknummer
9137098 \ CV EXPL 21-1115
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • K. Kool
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsgeldige koopovereenkomst en verhaal op vermogen onder bewind

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen bol.com B.V. en Zeker Financiële Zorgverlening B.V. Bol.com vorderde betaling van een bedrag van € 134,26 van Zeker, die als bewindvoerder optreedt over de goederen van een rechthebbende. De rechthebbende had tijdens het bewind aankopen gedaan bij bol.com, maar had deze niet betaald. Bol.com stelde dat er rechtsgeldige koopovereenkomsten tot stand waren gekomen, terwijl Zeker betwistte dat de koopovereenkomsten geldig waren, omdat de rechthebbende onder bewind stond en bol.com dit had moeten weten. De kantonrechter overwoog dat de rechthebbende niet handelingsonbekwaam was geworden door het bewind, maar dat de aankopen niet als beheershandelingen konden worden aangemerkt. De rechter concludeerde dat bol.com niet kon verhalen op de goederen van de rechthebbende, omdat zij het bewind had behoren te kennen. De vordering van bol.com werd afgewezen, en bol.com werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 9137098 \ CV EXPL 21-1115
vonnis d.d. 17 november 2021
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
bol.com B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verder te noemen: ‘bol.com’,
eiseres,
gemachtigde: mr. M. Spruit, werkzaam bij GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZEKER Financiële Zorgverlening B.V.,
gevestigd te Almere,
in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[rechthebbende],
verder te noemen: ‘Zeker’,
gedaagde,
procederend bij [naam] , werkzaam bij Zeker.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 22 maart 2021 met producties;
b. de conclusie van antwoord met productie;
c. de conclusie van repliek subsidiair houdende een wijziging van de grondslag;
d. de conclusie van dupliek.
1.2
Daarna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
De kantonrechter te Bergen op Zoom heeft op 10 oktober 2019 een bewind ingesteld vanaf 11 oktober 2019 over de (toekomstige) goederen van [rechthebbende] (hierna: ‘ [rechthebbende] ’) wegens haar lichamelijke of geestelijke toestand. Zeker is hierbij tot bewindvoerder benoemd. Het bewind is op 11 oktober 2019 gepubliceerd in het openbare Centraal Curatele- en Bewindregister (hierna: ‘CCBR’).
2.2
[rechthebbende] heeft op 26 oktober 2019 diverse aankopen gedaan bij bol.com (hierna: ‘de aankopen’). Als betaalmethode heeft [rechthebbende] voor ‘achteraf betalen’ gekozen. Door bol.com zijn met betrekking tot de aankopen twee facturen gestuurd met de factuurnummers [factuurnummer 1] d.d. 27 oktober 2019 van € 58,73 en [factuurnummer 2] d.d. 27 oktober 2019 van € 10,36, alsmede een betaaloverzicht met nummer [factuurnummer 3] d.d. 28 oktober 2019 van € 27,99, met in totaal een bedrag van € 97,08.
2.3
[rechthebbende] heeft het bedrag van € 97,08, ondanks diverse aanmaningen daartoe, onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1
Bol.com vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Zeker te veroordelen tot betaling van € 134,26 (bestaande uit een hoofdsom van € 97,08, vermeerderd met een bedrag van € 2,63 aan wettelijke rente vanaf verzuimdatum tot aan de dag van dagvaarding en € 34,55 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 97,08 te berekenen vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Zeker in de proceskosten.
3.2
Zeker voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering.

4.De beoordeling

4.1
Bol.com legt primair aan haar vordering ten grondslag dat ten aanzien van de aankopen rechtsgeldige koopovereenkomsten tot stand zijn gekomen. Ter uitvoering van deze koopovereenkomsten heeft bol.com goederen aan [rechthebbende] geleverd. Voor [rechthebbende] vloeit daaruit een betalingsverplichting voort die door Zeker, als bewindvoerder, moet worden nagekomen. Volgens bol.com kan haar niet worden tegengeworpen dat zij tijdens het bewind met [rechthebbende] koopovereenkomsten is aangegaan. Subsidiair, uitsluitend voor het geval mocht komen vast te staan dat de koopovereenkomsten ongeldig zijn, baseert bol.com haar vordering op ongerechtvaardigde verrijking dan wel onverschuldigde betaling. Volgens bol.com had het op de weg van Zeker gelegen om de geleverde goederen te retourneren. Nu zij dit niet heeft gedaan en de goederen zijn gebruikt, is Zeker een gebruiksvergoeding gelijk aan de aanschafprijs van de geleverde goederen verschuldigd, aldus bol.com.
4.2
Volgens Zeker moet de vordering van bol.com worden afgewezen. Zij stelt daartoe dat de koopovereenkomsten ongeldig zijn, omdat het vermogen van [rechthebbende] ten tijde van de aankopen al onder bewind stond en bol.com vanwege de inschrijving van het bewind in het CCBR geen beroep toekomt op de derdenbescherming van artikel 1:439 lid 1 BW. Het financiële risico van de koopovereenkomsten ligt in dit geval bij bol.com en dat de geleverde goederen niet zijn geretourneerd doet hier niet aan af, aldus Zeker.
4.3
De kantonrechter overweegt het volgende.
Rechtsgeldigheid koopovereenkomsten
4.4
Vaststaat dat de aankopen in kwestie door [rechthebbende] bij bol.com zijn gedaan nádat haar goederen onder bewind zijn gesteld. [rechthebbende] is door het bewind niet handelingsonbekwaam geworden. De onderbewindstelling heeft wel tot gevolg dat [rechthebbende] als rechthebbende niet langer bevoegd is om beheershandelingen met betrekking tot de onder bewind staande goederen te verrichten en dat zij slechts met medewerking van de bewindvoerder dan met machtiging van de kantonrechter over de onder het bewind staande goederen kan beschikken (artikel 1:438 leden 1 en 2 BW). Onder ‘beheer’ moeten in dit kader worden verstaan: alle (feitelijke en rechts-)handelingen die gedaan moeten worden om de goederen in stand te houden en de opbrengst ervan te verwerven. Het gaat hierbij dus specifiek om handelingen in het kader van de normale exploitatie van het goed. Onder ‘beschikken’ wordt verstaan: het vervreemden of met enig recht bezwaren van een of meer onder bewind staande goederen. Een beheershandeling of beschikkingshandeling die door de rechthebbende zelf wordt verricht, is ongeldig.
4.5
Dit betekent dat [rechthebbende] tijdens het bewind wel bevoegd is gebleven om andere (rechts)handelingen dan die zoals in artikel 1:438 BW bedoeld te verrichten, waaronder het aangaan van obligatoire overeenkomsten. Een koopovereenkomst is doorgaans een dergelijke obligatoire overeenkomst. Dit is alleen anders indien het aangaan van de koopovereenkomst direct samenhangt met de normale exploitatie van een onder bewind staand goed en daarmee een beheershandeling in de zin van artikel 1:438 lid 1 BW is, zoals bijvoorbeeld het geval is bij het inkopen of verkopen van voorraden van een onderneming. Nu de aankopen van [rechthebbende] bij bol.com niet tot doel hadden en ook niet konden bijdragen aan het behoud van de onder bewind staande goederen, kunnen deze aankopen niet worden aangemerkt als een dergelijke beheershandeling. Ook is er geen sprake van een beschikkingshandeling in de zin van artikel 1:438 lid 2 BW, omdat met de koopovereenkomst geen onder bewind staande goederen worden vervreemd of met enig recht worden bezwaard.
4.6
Gelet op het voorgaande staat artikel 1:438 BW aan de geldigheid van de koopovereenkomsten – waarvan het bestaan en de inhoud voor het overige niet door Zeker is betwist – niet in de weg. De kantonrechter gaat daarom aan dit verweer van Zeker voorbij en komt daarmee aan het beroep van Zeker op het ontbreken van de derdenbescherming voor bol.com als bedoeld in artikel 1:439 lid 1 BW, welke bepaling ziet op ongeldige rechtshandelingen, niet toe.
Verhaal op vermogen [rechthebbende]
4.7
Het voorgaande laat onverlet dat artikel 1:440 lid 1 BW – in aanvulling op artikel 1:439 BW – een rechthebbende bescherming beoogt te bieden tegen verhaal van schulden die juist ontstaan door (rechts)handelingen die niet onder bewind gestelde goederen betreffen (zie Kamerstukken II, 1978-79, 15 350, nr. 3, p. 22). Deze bepaling komt erop neer, dat door het instellen van bewind de goederen die tot het vermogen van de rechthebbende behoren, onttrokken zijn aan verhaal door die schuldeisers die met het bewind rekening hadden kunnen houden ten tijde van het ontstaan van de rechtsverhouding waaruit de vordering voortspruit. In de stellingen van Zeker en haar beroep op de kenbaarheid van het bewind voor bol.com ligt ook een beroep op deze bepaling besloten.
4.8
De vordering van bol.com tot betaling van de koopprijs van € 97,08 betreft een schuld die voortkomt uit de onderhavige koopovereenkomsten met [rechthebbende] en die niet het gevolg is van een door [rechthebbende] met medewerking van de bewindvoerder of machtiging van de kantonrechter verrichte handeling. Bol.com heeft weliswaar gesteld dat Zeker toestemming heeft gegeven om de koopovereenkomsten aan te gaan, maar deze stelling heeft zij, gelet op de betwisting daarvan door Zeker, onvoldoende onderbouwd. De vraag die in dit kader vervolgens voorligt, is of bol.com in dit geval kan worden gezien als een schuldeiser ‘te goeder trouw’, zoals bol.com stelt en Zeker betwist. De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend. Een schuldeiser is te goeder trouw als deze niet bekend was en ook niet behoorde te zijn met het bewind. In dit geval had bol.com het bewind behoren te kennen vanwege de publicatie daarvan in het CCBR. Dit register is voor iedereen kosteloos toegankelijk (artikel 1:391 lid 3 BW), te raadplegen op www.rechtspraak.nl onder registers, en eenvoudig doorzoekbaar op basis van naam een geboortedatum. De kantonrechter gaat dan ook voorbij aan de stelling van bol.com dat niet van haar kan worden verwacht dat zij dit bij iedere klant controleert. Dat bol.com deze controle ondanks de mogelijkheid daartoe niet uitvoert, is een keuze die voor haar rekening en risico komt. Aangezien het bewind geldt voor alle (toekomstige) goederen van [rechthebbende] en bol.com dit bewind had behoren te kennen, staat artikel 1:440 BW aan toewijzing van de gevorderde hoofdsom in de weg. Bol.com zal haar vordering, in afwijking van artikel 3:276 BW, immers niet kunnen verhalen op de goederen van [rechthebbende] , ook niet na beëindiging van het bewind.
4.9
Nu van ongeldige koopovereenkomsten geen sprake is, zoals hiervoor overwogen, komt de kantonrechter aan een bespreking van de door bol.com onder die voorwaarde subsidiair aangevoerde grondslag voor haar vordering niet toe.
Buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente
4.1
Aangezien de gevorderde hoofdsom zal worden afgewezen, zijn ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente niet toewijsbaar.
Proceskosten
4.11
Bol.com zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, welke kosten aan de zijde van Zeker worden begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt bol.com in de proceskosten, welke kosten aan de zijde van Zeker worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kool, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 november 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.