ECLI:NL:RBZWB:2021:6916
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- M. Leppens
- A. Damsteegt-Molier
- J. van Emstede
- Rechtspraak.nl
Afkondigen van een afkoelingsperiode ex artikel 376 Faillissementswet en aanwijzen van een observator in het kader van een akkoordprocedure
In deze beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, uitgesproken op 16 maart 2021, is het verzoek van een besloten vennootschap om een afkoelingsperiode ex artikel 376 Faillissementswet (Fw) te gelasten, toegewezen. De verzoekster heeft op 19 februari 2021 een verklaring ter griffie gedeponeerd en verzocht om een afkoelingsperiode van vier maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in een toestand verkeert waarin het aannemelijk is dat zij haar schulden niet kan betalen. De rechtbank heeft de belangen van de gezamenlijke schuldeisers afgewogen en geconcludeerd dat een afkoelingsperiode hen ten goede zal komen, omdat dit de mogelijkheid biedt om een akkoord voor te stellen zonder de druk van faillissementsaanvragen.
De rechtbank heeft ook een observator benoemd om de belangen van de schuldeisers te waarborgen. Dit is gedaan omdat de schuldenlast van de groep complex is en er zorgen zijn over de verkoop van activa. De rechtbank heeft de kosten van de observator ten laste van verzoekster gelegd. De afkoelingsperiode is vastgesteld van de datum van de uitspraak tot en met 31 mei 2021. De rechtbank heeft verder bepaald dat de bevoegdheid van derden tot verhaal op de goederen van verzoekster niet kan worden uitgeoefend zonder toestemming van de rechtbank, en dat de behandeling van faillissementsverzoeken door schuldeisers wordt geschorst.