In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Rebirth Events en het assurantiekantoor Midden Brabant Advies. Rebirth, dat jaarlijks het Rebirth Festival organiseert, vorderde schadevergoeding van de gedaagde assurantietussenpersoon omdat er geen evenementenverzekering was afgesloten die dekking bood tegen het pandemierisico, wat leidde tot de afgelasting van het festival in 2020 vanwege COVID-19. De rechtbank oordeelde dat de assurantietussenpersoon niet tekort was geschoten in zijn zorgplicht. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde niet wist, of redelijkerwijs niet behoorde te weten, dat verzekeraars het pandemierisico mogelijk zouden uitsluiten bij evenementenverzekeringen. De rechtbank concludeerde dat er geen causaal verband was tussen de verweten gedragingen van de assurantietussenpersoon en de gestelde schade van Rebirth. De vorderingen van Rebirth werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.
De procedure begon met een tussenvonnis op 11 november 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 april 2021. De rechtbank beoordeelde of de assurantietussenpersoon een waarschuwingsplicht had jegens Rebirth in de periode voor de aanvraag van de evenementenverzekering op 20 februari 2020. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten waren die erop wezen dat het binnen de beroepsgroep van assurantietussenpersonen algemeen bekend was dat verzekeraars het pandemierisico zouden uitsluiten. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet tekort was geschoten in zijn rol als bemiddelaar en dat de verantwoordelijkheid voor het tijdig aanvragen van de verzekering bij Rebirth lag. De vorderingen van Rebirth werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.