ECLI:NL:RBZWB:2021:6940
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. de Kroon
- A. Idzenga
- M. de Bruijn
- Rechtspraak.nl
Homologatie van een akkoord ex artikel 384 lid 1 Faillissementswet en afwijzing van het verzoek tot afwijzing van het homologatieverzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 november 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de homologatie van een akkoord op basis van artikel 384 lid 1 van de Faillissementswet (Fw). De verzoekster, een besloten vennootschap gevestigd in Breda, had een akkoord aangeboden aan haar schuldeisers na een periode van financiële problemen die waren ontstaan door de coronamaatregelen. De verzoekster had haar restaurant geopend op 13 december 2019, maar moest kort daarna sluiten en had tot 5 juni 2021 slechts een marginale omzet uit afhaalactiviteiten. De schuldenlast van de verzoekster bedroeg op het moment van het aanbieden van het akkoord € 806.814,31. De rechtbank heeft de homologatie van het akkoord toegewezen, omdat er geen afwijzingsgronden aanwezig waren zoals bedoeld in artikel 384 lid 2 Fw. De rechtbank oordeelde dat de verzoekster in een toestand verkeerde waarin het redelijkerwijs aannemelijk was dat zij met het betalen van haar schulden niet zou kunnen voortgaan. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de informatie die in het akkoord was opgenomen toereikend was en dat de stemming correct was uitgevoerd. De klasseindeling van de schuldeisers werd als juist beoordeeld, ondanks bezwaren van enkele schuldeisers die meenden dat de klasseindeling oneerlijk was. De rechtbank concludeerde dat de nakoming van het akkoord voldoende gewaarborgd was en dat de verzoekster levensvatbaar was, wat leidde tot de homologatie van het akkoord.