Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zwembadplus B.V.,
[gedaagde] B.V.,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak vordert Zwembadplus B.V. betaling van een bedrag van € 359,98, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 54,00 van [gedaagde] B.V. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die volgens Zwembadplus tot stand is gekomen tijdens een telefonisch contact op 27 juni 2020, waarbij Zwembadplus advies heeft gegeven en een monteur heeft gestuurd naar het zwembad van [gedaagde]. [gedaagde] betwist echter dat er een overeenkomst is gesloten, omdat zij geen opdracht heeft gegeven voor de werkzaamheden en stelt dat de monteur niets heeft gedaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat de overeenkomst tot stand is gekomen, gebaseerd op de gedragingen van beide partijen en de omstandigheden van het geval. De rechter oordeelt dat Zwembadplus de werkzaamheden heeft verricht en dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met de betaling. De kantonrechter wijst de vordering van Zwembadplus toe, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 364,27. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en is uitgesproken op 10 november 2021.