ECLI:NL:RBZWB:2021:7088

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
8929791_15092021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • E. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van vordering wegens bewind van gedaagde

In deze civiele procedure vorderde Incasso Partners B.V. betaling van een bedrag van € 328,54, vermeerderd met rente en kosten. Tijdens de procedure heeft Incasso Partners haar vordering echter verminderd tot € 0,00, waarbij alleen nog de proceskosten ter discussie stonden. Gedaagde, die onder bewind was gesteld, voerde aan dat Incasso Partners niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in haar vordering, omdat de goederen onder bewind stonden en de bewindvoerder, Dichtbij B.V., niet was gedagvaard. De kantonrechter oordeelde dat Incasso Partners bekend had moeten zijn met het bewind, aangezien dit was gepubliceerd in het Centraal curatele- en bewindsregister. De kantonrechter concludeerde dat Incasso Partners niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar vordering, omdat zij niet de juiste procespartij had gedagvaard. Tevens werd Incasso Partners veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 74,00 voor de gemachtigde van gedaagde. Het vonnis werd uitgesproken op 15 september 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 8929791 \ CV EXPL 20-5479
vonnis d.d. 15 september 2021
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Incasso Partners B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Leiden,
eiseres,
hierna te noemen: “Incasso Partners”,
gemachtigde: Van Es Gerechtsdeurwaarders & Incasseerders te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
hierna te noemen: “ [gedaagde] ”,
gemachtigde: mr. C. van der Ent, advocaat te Breda.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 7 december 2020 met producties;
b. de conclusie van antwoord met producties;
c. de conclusie van repliek;
d. de conclusie van dupliek.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
In deze procedure, waarin Incasso Partners aanvankelijk betaling had gevorderd van een bedrag van € 328,54, te vermeerderen met rente en kosten, heeft Incasso Partners bij conclusie van repliek haar vordering verminderd tot € 0,00 en hierbij aangegeven dat alleen nog maar over de proceskosten hoeft te worden beslist.
2.2.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat Incasso Partners niet ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering, nu de goederen van [gedaagde] bij beschikking van 1 juni 2017 onder beschermingsbewind zijn gesteld met benoeming van Dichtbij B.V. tot bewindvoerder. Het bewind is gepubliceerd in het Centraal curatele- en bewindsregister op 8 augustus 2017, waardoor Incasso Partners het bewind kende of behoorde te kennen. [gedaagde] voert aan dat Incasso Partners dan ook dient te worden veroordeeld in de proceskosten.
2.3.
De kantonrechter constateert dat de goederen van [gedaagde] bij beschikking van de kantonrechter van 1 juni 2017 onder bewind zijn gesteld. Tijdens het bewind komen het beheer en de beschikking over de onder bewind staande goederen niet toe aan [gedaagde] , maar aan diens bewindvoerder. De bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende tijdens het bewind bij de vervulling van zijn taak in en buiten rechte (artikel 1:441 lid 1 BW). De bewindvoerder treedt in een geding over een onder bewind gesteld goed dus op als formele procespartij ten behoeve van de rechthebbende. Dit brengt mee dat Incasso Partners de bewindvoerder in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [gedaagde] , zijnde Dichtbij B.V., had moeten dagvaarden. Dit heeft zij niet gedaan. Voorts geldt dat alleen in het geval Incasso Partners niet met het bewind bekend was of bekend behoorde te zijn, het bewind niet aan haar kan worden tegengeworpen en zij de gelegenheid dient te worden geboden de bewindvoerder alsnog in rechte te betrekken. Hier is echter geen sprake van. Gelet op de publicatie van het bewind op 8 augustus 2017 had Incasso Partners bekend moeten zijn met het bewind. Zij erkent ook dat er een fout is gemaakt door voor het uitbrengen van de dagvaarding het CCBR-register niet te raadplegen. De slotsom is dan ook dat Incasso Partners niet-ontvankelijk in haar vordering moet worden verklaard.
2.4.
Gelet op het voorgaande zal Incasso Partners als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Die proceskosten worden vastgesteld op een bedrag van € 74,00 aan salaris gemachtigde (2 punten à € 37,00).

3.De beslissing

De kantonrechter:
verklaart Incasso Partners niet-ontvankelijk in haar vordering;
veroordeelt Incasso Partners in de kosten van dit geding, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 74,00 als salaris voor de gemachtigde van [gedaagde] ;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2021.