4.4De feiten en omstandighedenOp basis van het procesdossier en het verhandelde ter zitting stelt de rechtbank het volgende vast.
De invoer van verdovende middelen
Uit onderzoek is gebleken dat in 2018 ongeveer 74.000 kilogram cocaïne is onderschept die bestemd was voor Nederland en België. Er is vanuit het politiedistrict Zeeland-West-Brabant gestart met een project met als doel de import van cocaïne te verstoren. Uit dit project blijkt dat fruitbedrijven, vanwege de bij cocaïne gebruikte deklading, een grote rol spelen bij het transport. Een mogelijk bij de cocaïne-import betrokken fruitbedrijf was [bedrijf 1]
.Dit bedrijf werd om die reden door de Belgische politie geprofileerd in de haven van Antwerpen. Dit houdt in dat containers van het bedrijf in de haven werden gecontroleerd op de aanwezigheid van verdovende middelen. Op 14 maart 2019 zijn met het schip de [schip] twee containers uit Zuid-Amerika aangekomen die bestemd waren voor dit bedrijf. Op 15 maart 2019 bleek uit een scan dat de inhoud van de container met kenmerk [kenmerk] niet conform de aangegeven lading was.
[naam 1] vermeldden onder meer de volgende gegevens. De afzender betrof:
[naam 2] .Als geadresseerde was opgenomen:
[bedrijf 1] , [adres 2] .De lading van de container betrof volgens de documenten verse bananen. Op 16 maart 2019 is de inhoud van de container aan een controle onderworpen. In de container bleek, volgens een indicatieve test, cocaïne te zijn opgeslagen. In totaal zijn 1280 pakketten cocaïne gevonden, waarvan het complete gewicht 1468 kilogram was. De pakketten waren voorzien van twaalf verschillende opdrukken. Na bemonstering van de pakketten door de Belgische politie zijn 1279 pakketten vernietigd en is één pakket van 1112 gram terug in de container gelegd. De container is vervolgens gecontroleerd doorgelaten en naar de terminal gebracht voor verder transport.
De bemonsteringen van de pakketten zijn door de afdeling Forensisch onderzoek van de Nederlandse politie en het Nederlands Forensisch Instituut eveneens onderzocht en positief bevonden op de aanwezigheid van cocaïne.
Het transport van de verdovende middelen vanuit Antwerpen naar KapelleOp 18 maart 2019 zijn door een observatieteam van de politie waarnemingen verricht. Een Volvo vrachtwagen met oplegger, voorzien van kenteken [kenteken 1] , heeft de container met nummer [kenmerk] om 06.50 uur opgehaald bij de haventerminal van Antwerpen. De vrachtwagen is vervolgens vanuit de haven vertrokken en is omstreeks 07.25 uur de grens met Nederland gepasseerd. Om 07.53 uur heeft de vrachtwagen de rijksweg A58 via de afrit naar Kruiningen verlaten. De vrachtwagen is over de provinciale weg N289 naar een rotonde gereden. Op de rotonde heeft de vrachtwagen de weg retour genomen naar de A58 via de provinciale weg N289. De vrachtwagen is vervolgens de A58 weer op gegaan in de richting van Rilland. Daarna is de vrachtwagen wederom de A58 afgegaan bij de afrit Rilland. De vrachtwagen is het viaduct overgereden en is vervolgens weer de A58 opgegaan in de richting van Goes. Om 08.10 uur is de vrachtwagen aangekomen bij een loods aan de [adres 3] in Kapelle. De vrachtwagen is achteruit de loods ingereden, waarna de deur is gesloten.
De bevindingen met betrekking tot de loods in KapelleEen arrestatieteam heeft op 18 maart 2019 om 08.27 uur de loods aan de [adres 3] in Kapelle betreden. In het pand waar de vrachtwagen was geplaatst zijn verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] aangehouden. Buiten de loods, maar op het terrein van het bedrijfspand, werden [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] in een Peugeot 208 ( [kenteken 2] ) aangehouden. Buiten het terrein is [medeverdachte 8] aangehouden. Bij aankomst van de vrachtwagen had hij de loods en het terrein verlaten.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij aanwezig was omdat hij in opdracht van [medeverdachte 5] opruimwerkzaamheden in de loods moest verrichten. Op 18 maart 2019 zijn, na [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] , de andere voornoemde personen gearriveerd. Volgens [medeverdachte 3] zijn die mannen gelijktijdig aangekomen. Zij hebben plaatsgenomen in de kantine van de loods waar [medeverdachte 3] niet bij mocht zijn. Vanaf het moment dat [medeverdachte 4] met de vrachtwagen waarop de container lag de loods was binnengereden, zijn de overige verdachten de kantine uitgelopen. [medeverdachte 3] moest daar alleen blijven zitten. Hij kan zich de aanwezigheid van [medeverdachte 8] niet herinneren.
Tijdens de aanhouding en doorzoeking in de loods is in voornoemde container het pakket van 1112 gram aangetroffen op dezelfde plaats als waarop dit in Antwerpen is verborgen. Uit de indicatieve MMC-Narcotest, de kleurreactietest en het testresultaat van het Nederlands Forensisch Instituut blijkt dat het cocaïne betreft.
In de loods waren twee vrachtwagens aanwezig. De Volvo met het kenteken [kenteken 1] , met daarachter een oplegger, waarop de container [kenmerk] stond en daarnaast een Mercedes met het kenteken [kenteken 3] . De container is vervolgens geopend. Daarin werd een lading met bananen aangetroffen met daartussen het pakket cocaïne. Achter in de loods stonden twee losse pallets waarop ook dozen met bananen stonden. De in de haven van Antwerpen onderschepte partij cocaïne stond eveneens op twee pallets. Van de volledige lading bananen uit de container ontbraken daarom twee pallets. De verpakking van de lading uit de container en verpakking van de twee losstaande pallets met bananen in de loods was exact hetzelfde. Achter de Volvo-vrachtwagen stond een zogenaamde
‘ramp’. Deze ramp kan worden gebruikt om achter een container of oplegger te plaatsen en daarlangs de container te laden of te lossen. In de loods leek er geen bestaande bedrijvigheid op het gebied van autoreparaties. In de loods was ook geen koelruimte aanwezig om bananen koel te bewaren.
Volgens getuige [getuige 1] , eigenaar van de loods, werd de loods per 1 februari 2019 gehuurd door [medeverdachte 5] . Deze getuige heeft verklaard dat [medeverdachte 5] een transportbedrijf had en de ruimte wilde gebruiken om vrachtwagens weg te zetten.
Rondom de loods waren diverse voertuigen aanwezig, waaronder een Audi A7 (kenteken [kenteken 4] ) op naam van [medeverdachte 5] . In dit voertuig bevond zich de transportorder met betrekking tot containernummer [kenmerk] . In de carkit van de Audi A7 stonden GD-ITS en [medeverdachte 1] als contacten vermeld. GD-ITS is een expediteur voor zee- en wegtransport en heeft onder meer de douaneformaliteiten op orde gemaakt voor de vooromschreven container. Verder is bij de loods een Mercedes Sprinter (kenteken [kenteken 5] ) aangetroffen die gehuurd bleek te zijn door [medeverdachte 2] . In deze auto is onder meer een betonschaar aangetroffen die geschikt is om zegels van containers te verbreken. Verder werden in dit voertuig een groot aantal dozen, plakbandhouders, nieuwe rollen plakband, bigshoppers, afvalzakken en (sport)tassen, allen leeg, aangetroffen. In de Volvo is dezelfde transportorder gevonden als in de Audi A7. In deze vrachtwagen lag ook het MRN-nummer, CMR-nummer en de [schip] Line Delivery Order van de container.
Overige relevante feiten en omstandigheden
Getuige [getuige 2] is operationeel manager van GD-ITS. Hij heeft verklaard dat hij sinds januari 2019 op verzoek van [medeverdachte 1] werkzaamheden uitvoerde ten behoeve van [bedrijf 1] . [medeverdachte 1] is de eigenaar van [bedrijf 1] . [medeverdachte 1] had aangegeven gebruik te willen maken van een transporteur naar zijn voorkeur. Dit was [bedrijf 2] . Het contact met [bedrijf 2] verliep via [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] . [medeverdachte 1] heeft naar GD-ITS op 12 maart 2019 een Arrival Notice verstuurd waarin is verzocht om vrijstelling van container [kenmerk] . [getuige 2] heeft de benodigde documenten per e-mail naar [bedrijf 2] doorgezonden. Op 15 maart 2019 heeft [medeverdachte 5] gebeld met de vraag of de container al was geïnspecteerd en vrijgegeven. Dit was een ongebruikelijke gang van zaken en is
‘pusherig’overgekomen, aldus de getuige.
Op camerabeelden van hotel [hotel] in Berkel-Enschot van 18 maart 2019 is vastgelegd dat om 05.36 uur de Volkswagen Polo ( [kenteken 6] ) van verdachte op de parkeerplaats aankomt en parkeert. Te zien is dat de bestuurder hiervan overstapt in een kleiner model auto, blauw/paars van kleur, waarin al één persoon als bestuurder zit. Tevens is op de camera-opnamen een witte bestelbus te zien, met bestuurder en bijrijder, die tegelijkertijd met de blauw/paarse auto vertrekt. De inzittenden van de witte bestelbus en blauw/paarse auto hebben met elkaar kortstondig contact. Het model, de kleur en uitvoering van deze voertuigen op camerabeelden komt overeen met de Mercedes Sprinter ( [kenteken 5] ) en Peugeot 208 ( [kenteken 2] ) die aan de [adres 3] in Kapelle zijn aangetroffen.
Uit onderzoek naar de bij [medeverdachte 1] in beslag genomen telefoon blijkt dat hij op 15 maart 2019 heeft gezocht op trefwoorden:
‘ [schip] ’en
‘container [kenmerk] ’in combinatie met
‘track&trace’.[medeverdachte 1] heeft niet eerder op zijn telefoon gezocht op ‘ [schip] ’ in combinatie met ‘track&trace’. Het genoemde containernummer is één van de twee containers die op 14 maart 2019 voor [medeverdachte 1] met de [schip] in Antwerpen zijn aangekomen, waarbij geldt dat in deze specifieke container de cocaïne is aangetroffen.
Tijdens de fouillering zijn bij [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 7] een BQ Aquaris X2 aangetroffen. In de tas van [medeverdachte 2] is een Blackberry veiliggesteld. Uit onderzoek komt naar voren dat al deze GSM-toestellen ‘cryptotelefoons’ zijn. Met deze telefoons is het mogelijk om via een afgeschermde manier te communiceren onder elkaar. Er zijn ook nog een BQ Aquaris X2 in een prullenbak in de loods en in de Peugeot 208 gevonden.
Tot slot zijn Encrochat-gegevens aan het dossier toegevoegd. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat [medeverdachte 7] en [medeverdachte 2] kunnen worden geïdentificeerd als gebruikers van het Encrochat-forum. [medeverdachte 7] opereert onder de accountnaam
‘ [accountnaam 2] ’en [medeverdachte 2] onder de accountnaam
‘ [accountnaam 1] ’. Op 23 april 2020 schrijft [accountnaam 2] :
“BV was al heet, maar er is ook getipt”.Op 9 mei 2020 heeft [accountnaam 2] een gesprek met een andere Encrochat-gebruiker waarin hij schrijft:
“Fruit is niet interessant”en
“Teveel verlies per container”en
“Ik zit vast voor 1500 in bananen”en
“Bananen bedrijf in Ned was van mij en me mensen”en
“1 keer 2500 goed”en
“1500 fout”. [accountnaam 1] heeft 18 april 2020 een gesprek met een ander persoon op Encrochat, waarin hij schrijft:
“Groen en ik spreken elkaar dagelijks”waarop de ander zegt:
“Dat is toch normaal, jullie zijn partners. Ik heb oog ook over alles op de hoogte gehouden”. Op 26 april 2020 zegt deze gesprekspartner tegen [accountnaam 1] :
“We hebben iets goed gehad, we hebben een keer hoofdpijn, nu tijd om weer te lachen”waarop [accountnaam 1] zegt:
“Ja, we moeten verder hoe dan ook.”
[accountnaam 2] is onder meer door andere gebruikers opgeslagen onder de aliassen: “ [accountnaam 2] ”, “ [accountnaam 2] ”, “ [accountnaam 2] ”, “ [accountnaam 2] ” en “ [accountnaam 2] ”. [accountnaam 1] werd door anderen onder meer genoemd: “ [accountnaam 1] ” en “ [accountnaam 1] ”.
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft bij het politieverhoor op zaaksinhoudelijke vragen een beroep gedaan op zijn zwijgrecht. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting heeft verdachte wel een verklaring afgelegd. Volgens verdachte heeft hij op verzoek van een zekere [naam 3] ingestemd met een voorstel om die dag voor € 150,- een container met fruit uit te laden. Hij kent [naam 3] vanuit zijn functie als personal trainer in de sportschool. Hij weet niet hoe [naam 3] verder heet en heeft hem zelf ook niet terug kunnen vinden. Verdachte heeft verder erkend dat hij vanuit Berkel-Enschot met andere personen naar de loods in Kapelle is gereden. Verdachte heeft tijdens de autorit met niemand gesproken.