3.1.[eiseres] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
I. verklaart voor recht:
a. dat erflater jegens [eiseres] verwijtbaar toerekenbaar tekort is geschoten door te verzuimen de woning, althans zijn (eigendomsrecht) aandeel daarin, na zijn overlijden aan [eiseres] over te dragen en te leveren, als gevolg waarvan [eiseres] schade leidt;
b. dat [eiseres] immer gerechtigd is, althans was, voor de helft van de woning en derhalve gerechtigd is tot in ieder geval de helft van de verkoopopbrengst van de woning;
c. dat [eiseres] niet draagplichtig is voor de woonlasten van de woning, daaronder begrepen hypotheek, energie, bijdrage vereniging van eigenaren, huur cv ketel, water, belastingen vanaf 3 april 2006 tot 28 oktober 2019;
d. dat [gedaagde] in persoon en als enig erfgenaam onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld en handelt door zonder vooraf gegeven toestemming van haar de woning te verkopen én de volledige verkoopopbrengst zich (te willen) toe-eigenen;
e. dat [eiseres] door dit handelen van [gedaagde] schade heeft geleden en lijdt;
f. dat de schade een schuld is van de nalatenschap aan [eiseres] ;
g. dat [gedaagde] in persoon in zijn hoedanigheid van enig erfgenaam mede uit hoofde daarvan hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade en deze moet dragen;
h. dat de schade begroot wordt op de volledige verkoopopbrengst van de woning verminderd met de redelijke directe kosten voor de verkoop van de woning, groot
€ 89.667,10;
i. dat deze schade(vergoeding) ten laste komt van de nalatenschap van erflater, alsmede [gedaagde] pro se;
j. te verminderen met het depot bij de notaris groot € 58.901,69 en te verhogen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2019, althans een datum in goede justitie te bepalen, tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede in de buitengerechtelijke en werkelijke proceskosten;
II. [gedaagde] in persoon en in zijn hoedanigheid van enig erfgenaam veroordeelt om binnen 14 dagen na de betekening van het vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, aan [eiseres] te betalen de schadevergoeding van € 89.667,10, te verminderen met het depot bedrag bij notariskantoor Wolfs Knops te Heerlen, voor zover deze aan [eiseres] zal worden betaald, door overschrijving van dit bedrag op de derdengeldenrekening van de advocaat van [eiseres] ;
III. [gedaagde] gebiedt om binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, notariskantoor Wolfs Knops te Heerlen toestemming c.q. opdracht te verlenen de verkoopopbrengst groot € 58.901,69 aan [eiseres] te betalen, door overschrijving van dit bedrag op de derdengeldenrekening van de advocaat van [eiseres] ;
IV. bepaalt dat in het geval [gedaagde] niet zal meewerken binnen de voornoemde termijn aan de betaling van de onder depot staande verkoopopbrengst aan [eiseres] het vonnis in de plaats zal treden van de vereiste medewerking c.q. toestemming ex artikel 3:300 BW;
V. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van dit geding, dat wil zeggen, voor zover de toevoeging van [eiseres] zal worden ingetrokken, binnen 10 dagen na intrekking, de werkelijke kosten van het geding, begroot op € 4.092,00, althans een bedrag in goede justitie te bepalen, aan haar te voldoen;
VI. [gedaagde] veroordeelt om wettelijke rente vanaf 1 augustus 2019, althans een in goede justitie te bepalen datum, aan [eiseres] te betalen over de veroordelingen onder II, III en IV;
VII. [gedaagde] veroordeelt in de werkelijke proceskosten tot op heden begroot op een bedrag van € 4.092,00, althans de proceskosten door de rechtbank te bepalen, binnen 14 dagen na betekening van het vonnis aan [eiseres] te voldoen;
Subsidiair
I. [gedaagde] in persoon en in zijn hoedanigheid van enig erfgenaam veroordeelt om aan [eiseres] binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de helft van het bedrag onder II. [primair] ad € 44.833,55 te betalen;
II. voor zover [eiseres] dient bij te dragen aan de woonlasten van de woning, in goede justitie een gebruikersvergoeding bepaalt ten laste van de erflater over de periode van 3 april 2006 tot en met 28 oktober 2019, te verhogen met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2007, althans een datum in goede justitie te bepalen;
III. [gedaagde] veroordeelt om deze gebruikersvergoeding binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te betalen aan [eiseres] ;
Primair en subsidiair:
I. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan bij niet-nakoming van het te wijzen vonnis onder primair II. en III., en subsidiair onder III.;
II. bepaalt dat de betalingen aan [eiseres] primair onder II., III. en V., en subsidiair onder I. en III., geschieden door overschrijving/storting op de derdengeldenrekening van de advocaat van [eiseres] ;
III. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.