ECLI:NL:RBZWB:2021:843

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 februari 2021
Publicatiedatum
1 maart 2021
Zaaknummer
02/209317-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. Gillesse
  • A. van der Ploeg
  • M. Mullers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging en bedreiging van hulpverleners met gedeeltelijke vrijspraak wegens gebrek aan stelselmatig handelen

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 februari 2021, is de verdachte veroordeeld voor belaging en bedreiging van meerdere hulpverleners. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan stalking van negen slachtoffers, waarbij hij hen herhaaldelijk seksueel getinte berichten en bedreigingen heeft gestuurd via WhatsApp. De tenlastelegging omvatte verschillende feiten, waaronder het dwingen van slachtoffers tot het sturen van naaktfoto's. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat voor enkele feiten, met name die van belaging, niet is voldaan aan de eis van stelselmatig handelen, wat heeft geleid tot een gedeeltelijke vrijspraak. De verdachte is niet eerder met justitie in aanraking gekomen en de rechtbank heeft rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder een verstandelijke beperking. De officier van justitie had een taakstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een deels voorwaardelijke taakstraf van 180 uur opgelegd, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. De benadeelde partij, een van de slachtoffers, heeft een schadevergoeding van € 500,- toegewezen gekregen voor immateriële schade. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die betrekking hebben op belaging en bedreiging.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02-209317-18
vonnis van de meervoudige kamer van 26 februari 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats]
wonende te [adres]
raadsvrouw mr. A.J. Nieuwenhuijse, advocaat te Terneuzen

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 februari 2021 waarbij de officier van justitie, mr. Fimerius, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat
1. t/m 7 en 9: verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan stalking van negen slachtoffers.
8 en 10: verdachte heeft geprobeerd om [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen naaktfoto’s naar hem te laten sturen dan wel hen heeft bedreigd.

3.De voorvragen

3.1
De geldigheid van de dagvaarding
De dagvaarding is geldig.
3.2
De bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank is bevoegd.
3.3
De ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging
De feiten onder 7, 9 en 11 betreffen klachtdelicten maar van die feiten is gebleken dat de klacht in het dossier ontbreekt. Nu er geen op de bij de wet voorgeschreven wijze klacht is gedaan, dient de officier van justitie voor deze feiten niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Voor de overige feiten is de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging.
3.4
De schorsing der vervolging
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de tenlastegelegde feiten onder 1 t/m 8 en 10 wettig en overtuigend bewezen. Van feit 9 en 11 vordert zij vrijspraak wegens het ontbreken van de klacht.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak van de feiten onder 3, 7, 9 en 11 wegens het ontbreken van stelselmatigheid. De overige feiten kunnen wettig en overtuigend worden bewezen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Gelet op de bewijsmiddelen acht de rechtbank de feiten onder 1, 2, 4, 5, 6, 8 en 10 wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
Ook onder dit feit is belaging tenlastegelegd. Om tot een bewezenverklaring daarvan te kunnen komen, dient er sprake te zijn van stelselmatig handelen van de verdachte. Dat wil zeggen met regelmaat en een zekere hevigheid handelen gedurende een periode. Daarover blijkt uit de aangifte van [slachtoffer 3] dat zij op 30 mei 2018 en op 3 juni 2018 meerdere Whatsappberichten heeft ontvangen met seksueel getinte teksten en pornografische afbeeldingen. De rechtbank is daarover van oordeel dat het ontvangen van een aantal Whatsappberichten op een tweetal dagen onvoldoende is, om van stelselmatigheid te kunnen spreken. Zij spreekt verdachte van dit feit dan ook vrij.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op tijdstippen in de periode van 9 mei 2018 tot en met 29 mei 2018 te Wissenkerke en/of Kloetinge en/of Middelburg, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 4] , door meermalen
- ( WhatsApp)berichten te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en
- ( WhatsApp) berichten te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en filmmateriaal, met het oogmerk die [slachtoffer 4] , te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen.
2
op tijdstippen in de periode van 1 mei 2018 tot en met 1 juni 2018 te Middelburg, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 5] , door meermalen
- ( WhatsApp) berichten te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en
- ( WhatsApp) berichten te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, met het oogmerk die [slachtoffer 5] , te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen.
4
op tijdstippen in de periode van 12 mei 2018 tot en met 8 juni 2018 te Middelburg, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 6] , door meermalen
- ( WhatsApp) berichten te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten en
- ( WhatsApp) berichten te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en filmmateriaal, met het oogmerk die die [slachtoffer 6] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen.
5
op tijdstippen in de periode van 9 mei 2018 tot en met 6 juni 2018 te Middelburg, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 7] , door meermalen
- ( WhatsApp) berichten te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en
- ( WhatsApp) berichten te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en filmmateriaal, met het oogmerk die [slachtoffer 7] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen.
6
op tijdstippen in de periode van 9 mei 2018 tot en met 10 juni 2018 te Middelburg, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 8] , door meermalen
- ( WhatsApp) berichten te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en
- ( WhatsApp) berichten te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, en
- op het zakelijke nummer te bellen, met het oogmerk die [slachtoffer 8] , te dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen.
8
in de periode van 10 juni 2018 tot en met 12 juni 2018 te Vlissingen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer 1] , door bedreiging met geweld gericht tegen die [slachtoffer 2] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, te weten tot het toesturen van een foto van de ontbloten borsten van die [slachtoffer 1] door die [slachtoffer 1] een (WhatsApp)bericht te sturen inhoudende (onder meer) de navolgende tekst:
- " je krijgt tot 10 uur de tijd om een foto van je tieten te sturen. Als je het niet doet sluip ik in de woning van je moeder binnen en neuk ik haar in haar kont" terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
10
in de periode van 10 juni 2018 tot en met 12 juni 2018 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer 2] , door bedreiging met geweld gericht tegen die
[slachtoffer 1][slachtoffer 2], wederrechtelijk te dwingen iets te doen, te weten tot het toesturen van een foto van de ontblote borsten en/of tepels van die [slachtoffer 2] door die [slachtoffer 2] meerdere (WhatsApp)berichten te sturen inhoudende (onder meer) de navolgende tekst:
- " wat is [slachtoffer 1] toch een prachtige meid!" en
- " geef mij foto's van jou naakte tietten en ik zal je dochter niet stiekem besluipen" en
- " om haar lekkr vol te stoten" en
- " U krijgt tot zondag 10:00 uur Sóchtends! Heb ik dan geen foto van jou tietten/stijve tepels, dan neuk ik alle gaatjes van [slachtoffer 1] op met me tijve piemel zaad sgat" en
- " stuur me je naakt foto" en
- " maak een foto van jouw tietten. Ik ben serieus" en
- " ik wacht!"
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Voor wat betreft feit 10 heeft de rechtbank in plaats van “ die [slachtoffer 2] ” [slachtoffer 1] gelezen en de tenlastelegging conform de kennelijke bedoeling van de opsteller gewijzigd. Deze kennelijke bedoeling blijkt uit het dossier en zo is er ook op de terechtzitting over gesproken. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert op grond van hetgeen zij bewezen acht aan verdachte op te leggen een taakstraf van 120 uur te vervangen door 60 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit aan verdachte een geheel voorwaardelijke taakstraf op te leggen. Daartoe wordt bepleit dat er veel speelde in de persoonlijke omstandigheden van verdachte en hij het gevoel had niet te worden gehoord. De feiten moeten dan ook worden gezien als een noodkreet. Voor wat betreft de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
6.3.1
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging van vijf medewerksters van de toenmalige [instelling] , die verdachte woonbegeleiding bieden. Hij heeft deze begeleiders daarbij herhaaldelijk seksueel getinte teksten en pornografische afbeeldingen en video’s op hun werktelefoon gestuurd. Hij deed dit anoniem met diverse telefoonnummers.
Het ontvangen van deze berichten was voor de medewerksters bijzonder onaangenaam en soms zelfs beangstigend omdat zij niet wisten van wie de berichten afkomstig waren.
Verdachte heeft met zijn handelen dan ook een inbreuk gemaakt op de psychische integriteit van de medewerksters en tevens op hun privacy nu zij voortdurend met hem werden geconfronteerd.
De rechtbank weegt daarbij ook mee dat de begeleiders van [instelling] er zijn om verdachte te helpen. In plaats van deze hulp met beide handen aan te grijpen, heeft verdachte ervoor gekozen om de begeleiders, te belagen.
Verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan dwang van [slachtoffer 1] en haar moeder tot het toesturen van foto’s van ontblote borsten waarbij hij [slachtoffer 1] bedreigde met verkrachting van haar moeder en andersom. Ook hiervoor verstuurde verdachte anoniem de berichten via Whatsapp naar de telefoonnummers van de slachtoffers. Verdachte heeft met deze gedragingen inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers. Het anoniem verzenden van dergelijke berichten heeft voor angst en onrust gezorgd bij de slachtoffers. Zij wisten niet voor wie zij bang moesten zijn. Dat blijkt ook uit het schade-onderbouwingsformulier van [slachtoffer 1] .
6.3.2
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
Justitiële documentatie
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Reclasseringsrapport
Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het reclasseringsrapport dat over verdachte is opgesteld. Daarin komt onder meer naar voren dat met name op gebied van coping en sociaal emotioneel functioneren problemen worden gesignaleerd. Verdachte heeft een
verstandelijke beperking en heeft moeite met het reguleren van stress en spanningen. Ook lijkt sprake te zijn van een vorm van passief agressief gedrag, wat zich vermoedelijk heeft vertaald in het delictgedrag. Mogelijk is ook sprake van een verstoorde seksuele
ontwikkeling dan wel verstoorde relatie met vrouwen ontstaan vanuit een verstoorde moeder-zoon relatie. Dit behoeft echter nader onderzoek alvorens dit met enige stelligheid te kunnen concluderen. Het recidivegevaar wordt laag ingeschat maar de reclassering ziet wel aanleiding om via een voorwaardelijke straf bijzondere voorwaarden te adviseren. Zij acht een meldplicht en een ambulante behandeling aangewezen waarbij middels een seksuele anamnese zicht wordt verkregen op de delictdynamiek dan wel de inzet van (inadequate) coping. Afhankelijk van de uitkomst kan behandeling worden opgestart teneinde recidive in de toekomst te voorkomen.
6.3.3
De straf
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat de eis van de officier van justitie onvoldoende recht doet aan de aard en ernst van de feiten en de persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank acht een voorwaardelijke gevangenisstraf een brug te ver vanwege de blanco justitiële documentatie van verdachte en het tijdsverloop. Een geheel voorwaardelijke taakstraf, zoals door de verdediging verzocht, acht zij evenmin passend nu verdachte wel de strafwaardigheid van zijn handelen dient te voelen. De rechtbank zal daarom aan verdachte een deels voorwaardelijke taakstraf opleggen, te weten 180 uur taakstraf, te vervangen door 90 dagen hechtenis en waarvan 80 uur voorwaardelijk, te vervangen door 40 dagen hechtenis met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank legt daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden aan verdachte op, omdat onduidelijk is waarom verdachte de weg van het plegen van onderhavige seksueel gerelateerde feiten heeft gekozen. Daarmee wordt beoogt verdachte in de toekomst te weerhouden strafbare feiten te plegen.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 1.000,- voor feit 7 en 8 wegens immateriële schade.
Nu de officier van justitie niet-ontvankelijk is in de vervolging ten aanzien van feit 7 kan enkel voor feit 8 een schadevergoeding worden gevorderd. Het verweer dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat toewijzing van de vordering zal leiden tot vorderingen van de andere aangeefsters vindt geen steun in het recht en wordt door de rechtbank verworpen. In dat licht is de rechtbank over de gevorderde schadevergoeding van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 500,- een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde acht zij tot dat bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Voor het overige acht de rechtbank het gevorderde bedrag onvoldoende aannemelijk gemaakt. Zij wijst daarom de vordering van de benadeelde partij voor het overige af.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de gevorderde wettelijke rente toewijzen en schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36f, 57, 284 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Voorvragen
- verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in de vervolging van verdachte voor de onder 7, 9 en 11 tenlastegelegde feiten;
- verklaart de officier van justitie voor het overige ontvankelijk;
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het onder 3 tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:Belaging;
feit 2:Belaging;
feit 4: Belaging;
feit 5: Belaging;
feit 6: Belaging;
feit 8: Een ander door bedreiging met geweld, gericht tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
feit 10: Een ander door bedreiging met geweld, gericht tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis, waarvan 80 uren, subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van deze taakstraf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich wegens de Corona-maatregelen binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd in aanvang telefonisch zal melden bij Reclassering Nederland (Vrijlandstraat 33, 3437 EA te Middelburg) op het telefoonnummer 088 8041505 en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
* dat verdachte gedurende de proeftijd zal meewerken aan diagnostiek en behandeling door Forensische Zorg Zeeland (FZZ) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Onderzoek en behandeling zal starten na aanmelding en een positieve indicatie. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 500,- ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 10 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] (feit 8), € 500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 10 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.;
- bepaalt dat bij niet betaling tien dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Gillesse, voorzitter, mr. Van der Ploeg en mr. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. De Jonge, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 26 februari 2021.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

10.Bijlage I

De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegde dat
1
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 mei 2018 tot en met 29 mei 2018 te Wissekerke en/of Kloetinge en/of Middelburg, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 4] , door meermalen, althans eenmaal
- ( een)(WhatsApp)bericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en/of
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, met het oogmerk die [slachtoffer 4] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2018 tot en met 1 juni 2018 te Middelburg, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 5] , door meermalen, althans eenmaal
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en/of
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, met het oogmerk die [slachtoffer 5] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 mei 2018 tot en met 3 juni 2018 te Middelburg en/of Vlissingen en/of Goes, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig
opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 3] , door meermalen, althans eenmaal
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en/of
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, en/of
- ( een) mailbericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten en/of pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, met het oogmerk die [slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 mei 2018 tot en met 8 juni 2018 te Middelburg, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 6] , door meermalen, althans eenmaal
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten en/of
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal,
met het oogmerk die die [slachtoffer 6] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
5
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 mei 2018 tot en met 6 juni 2018 te Middelburg, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 7] , door meermalen, althans eenmaal
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en/of
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, met het oogmerk die [slachtoffer 7] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
6
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 mei 2018 tot en met 10 juni 2018 te Middelburg, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 8] , door meermalen, althans eenmaal
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en/of
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, en/of
- op het privénummer en/of zakelijke nummer te bellen, met het oogmerk die die [slachtoffer 8] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
7
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 juni 2018 tot en met 10 juni 2018 te Vlissingen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door meermalen, althans eenmaal
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en/of
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
8
hij in of omstreeks de periode van 10 juni 2018 tot en met 12 juni 2018 te Vlissingen en/of Middelburg, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een ander, te weten [slachtoffer 1] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 2] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten tot het toesturen van (een) naaktfoto('s), althans (een) foto van de (ontbloten) borsten van die [slachtoffer 1] door die [slachtoffer 1] een of meerdere (WhatsApp)bericht(en) te sturen inhoudende (onder meer) de navolgende tekst:
- " je krijgt tot 10 uur de tijd om een foto van je tieten te sturen. Als je het niet doet sluip ik in de woning van je moeder binnen en neuk ik haar in haar kont" terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van
Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 juni 2018 te Vlissingen en/of Middelburg, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met
- verkrachting, en/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid,
door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen:
- " je krijgt tot 10 uur de tijd om een foto van je tieten te sturen. Als je het niet doet sluip ik in de woning van je moeder binnen en neuk ik haar in haar kont", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
9
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 mei 2018 tot en met 10 juni 2018 te Oost-Souburg, gemeente Vlissingen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig
opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door meermalen, althans eenmaal
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en/of
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal,
met het oogmerk die [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
10
hij in of omstreeks de periode van 10 juni 2018 tot en met 12 juni 2018 te Vlissingen en/of Middelburg, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een ander, te weten [slachtoffer 2] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 2] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten tot het toesturen van (een) naaktfoto('s), althans (een) foto van de (ontbloten) borsten en/of tepels van die [slachtoffer 2] door die [slachtoffer 2] een of meerdere (WhatsApp)bericht(en) te sturen inhoudende (onder meer) de navolgende tekst:
- " wat is [slachtoffer 1] toch een prachtige meid!" en/of
- " geef mij foto's van jou naakte tietten en ik zal je dochter niet stiekem besluipen" en/of
- " om haar lekkr vol te stoten" en/of
- " U krijgt tot zondag 10:00 uur Sóchtends! Heb ik dan geen foto van jou tietten/stijve tepels, dan neuk ik alle gaatjes van [slachtoffer 1] op met me tijve piemel zaad sgat" en/of
- " stuur me je naakt foto" en/of
- " maak een foto van jouw tietten. Ik ben serieus" en/of
- " ik wacht!"
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van
Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 juni 2018 tot en met 10 juni 2018 te Vlissingen en/of Middelburg, althans in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met
- verkrachting, en/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen:
- " geef mij foto's van jou naakte tietten en ik zal je dochter niet stiekem besluipen" en/of
- " om haar lekkr vol te stoten" en/of
- " U krijgt tot zondag 10:00 uur Sóchtends! Heb ik dan geen foto van jou tietten/stijve tepels, dan neuk ik alle gaatjes van [slachtoffer 1] op met me tijve piemel zaad sgat" en/of
- " stuur me je naakt foto" en/of
- " maak een foto van jouw tietten. Ik ben serieus" en/of
- " ik wacht!", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
11
hij op (een) of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 mei 2018 tot en met 30 mei 2018 te Vlissingen en/of Middelburg, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 9] ,
door meermalen, althans eenmaal
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende seksueel getinte teksten, en/of
- ( een) (WhatsApp) bericht(en) te sturen, inhoudende onder meer pornografisch beeld- en/of filmmateriaal, met het oogmerk die [slachtoffer 9] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )

11.Bijlage II

De bewijsmiddelen
Wanneer in de bewijsmiddelen hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met registratienummer PL2000-2018141391 Z van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, district Zeeland, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 167.
Feit 1
Aangezien verdachte ten aanzien van dit feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte zowel afgelegd tijdens de zitting van 12 februari 2021 als bij de politie (p. 46);
- de aangifte van [slachtoffer 4] (p. 17)
- de klacht van [slachtoffer 4] (p. 23).
Feit 2
Aangezien verdachte ten aanzien van dit feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte zowel afgelegd tijdens de zitting van 12 februari 2021 als bij de politie (p. 46);
- de aangifte van [slachtoffer 5] (p. 41);
- de klacht van [slachtoffer 5] (p. 49).
Feit 4
Aangezien verdachte ten aanzien van dit feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte zowel afgelegd tijdens de zitting van 12 februari 2021 als bij de politie (p. 46);
- de aangifte van [slachtoffer 6] (p. 81);
- de klacht van [slachtoffer 6] (p. 129).
Feit 5
Aangezien verdachte ten aanzien van dit feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte zowel afgelegd tijdens de zitting van 12 februari 2021 als bij de politie (p. 46);
- de aangifte van [slachtoffer 7] (p. 132);
- de klacht van [slachtoffer 7] (p. 144).
Feit 6
Aangezien verdachte ten aanzien van dit feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte zowel afgelegd tijdens de zitting van 12 februari 2021 als bij de politie (p. 46);
- de aangifte van [slachtoffer 8] (p. 149);
- de klacht van [slachtoffer 8] (p. 153).
Feit 8
Aangezien verdachte ten aanzien van dit feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte zowel afgelegd tijdens de zitting van 12 februari 2021 als bij de politie (p. 46);
- de aangifte van [slachtoffer 1] (p. 156).
Feit 10
Aangezien verdachte ten aanzien van dit feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de politierechter dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte zowel afgelegd tijdens de zitting van 12 februari 2021 als bij de politie (p. 46);
- de aangifte van [slachtoffer 2] (p. 163).