ECLI:NL:RBZWB:2021:982
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake bijstandsuitkering en bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet
Op 4 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, woonachtig in [plaatsnaam], beroep heeft ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen. Deze besluiten betroffen de aanspraken van eiser op een bijstandsuitkering en bijzondere bijstand, zoals geregeld in de Participatiewet. De besluiten waartegen beroep is ingesteld, dateren van 25 augustus 2020 en 29 september 2020.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet heeft voldaan aan de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals vastgelegd in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser is schriftelijk gewezen op deze verplichting, maar het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn ontvangen. Hierdoor zijn de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar heeft geen onderbouwende stukken overgelegd, waardoor de rechtbank dit verzoek heeft afgewezen.
De rechtbank heeft eiser opnieuw gewezen op de betalingsverplichting en aangegeven dat bij niet-tijdige betaling het beroepschrift niet-ontvankelijk verklaard kan worden. Uiteindelijk heeft de rechtbank in haar beslissing de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen een termijn van zes weken.