ECLI:NL:RBZWB:2022:1209
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op Wob-aanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 7 maart 2022, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend op 18 oktober 2021 op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De minister van Infrastructuur en Waterstaat, als verweerder, had niet tijdig beslist op deze aanvraag. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het nemen van een besluit is overschreden, aangezien verweerder uiterlijk op 13 december 2021 had moeten beslissen. Eiseres heeft verweerder op 15 december 2021 in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen en heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 365,- vergoeden en de proceskosten van € 379,50 betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.