ECLI:NL:RBZWB:2022:1322

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 februari 2022
Publicatiedatum
16 maart 2022
Zaaknummer
C/02/393594 FARK 22-125
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. [voorletters] van Leuven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake echtscheiding en ouderschapsplan met bijzondere overwegingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de echtscheiding van partijen, die gehuwd zijn sinds 27 mei 2016. De verzoekers, een vrouw en een man, hebben gezamenlijk een verzoek ingediend met een ondertekend ouderschapsplan. De rechtbank heeft de minderjarige kinderen, [naam 1] en [naam 2], in de gelegenheid gesteld om hun mening te uiten over de situatie. De rechtbank heeft bijzondere aandacht besteed aan de wensen van de minderjarige [voornaam 1], die heeft aangegeven dat zij soms behoefte heeft aan een time-out van haar moeder, maar ook dat zij hoopt op een goede relatie met beide ouders. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken, de hoofdverblijfplaats van de kinderen vastgesteld en een onderhoudsbijdrage voor de kinderen bepaald. De rechtbank heeft geoordeeld dat de regeling in het ouderschapsplan in het belang van de kinderen is en heeft deze als onderdeel van de beschikking opgenomen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
locatie Breda
zaaknummer / rekestnummer: C/02/393594 / FA RK 22-125
Beschikking betreffende de echtscheiding
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. M.A.P. Kolsteren-van Heijst, gevestigd te Hulten,
en
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. M.A.P. Kolsteren-van Heijst, gevestigd te Hulten.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van partijen, ingekomen op 11 januari 2022.
1.2.
Bij het verzoekschrift is een convenant gevoegd.
1.3.
Bij de stukken bevindt zich het ouderschapsplan.
1.4.
De minderjarigen [naam 1] en [naam 2] zijn, gelet op hun leeftijd, in de gelegenheid gesteld om hun mening kenbaar te maken. [voornaam 1] heeft daarvan gebruik gemaakt en op 22 februari 2022 gesproken met de rechter over deze zaak gaat.

2.De beoordeling

2.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd op [datum 1] te [woonplaats] . Partijen hebben de Nederlandse nationaliteit.
2.2.
De minderjarige kinderen van partijen zijn:
- [naam 1] , geboren op [geboortedatum 1] te [woonplaats] en
- [naam 2] , geboren op 18 mei 2009 te [woonplaats] .
2.3.
Scheiding
2.3.1.
Partijen hebben verzocht de echtscheiding tussen hen uit te spreken. Zij hebben gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht.
Het verzoek tot echtscheiding zal, als op de wet gegrond, worden toegewezen.
2.4.
Partijen hebben onderling een regeling getroffen die is vermeld in het aan deze beschikking gehechte convenant en ouderschapsplan.
[voornaam 1] heeft de rechter verteld dat zij af en toe heel boos kan worden en dat gebeurt dan vooral bij haar moeder. [voornaam 1] verbindt daar dan soms haar eigen beslissing aan moeder een tijdje minder of niet te zien. En, zo zegt [voornaam 1] : daar houdt mij dan niemand in tegen, ook mijn vader niet. Toch kunnen dan ruzies tussen haar moeder en vader ontstaan en dat vindt [voornaam 1] heel erg. Die ruzies: daar heeft zij dan echt veel last van. Zij hoopt dat die in de toekomst niet meer voor komen. En dat haar ouder accepteren dat [voornaam 1] wel eens een time out neemt. Het gaat op dit moment goed tussen [voornaam 1] en haar ouders, dat is ook echt iets wat zij in haar hart ook wil. De regeling die de ouders hebben afgesproken ondersteunt [voornaam 2] ook. En zij vraagt er ouders begrip voor als het (tijdelijk) anders kan lopen. [voornaam 1] kan op school goed over dingen die haar aan gaan spreken, dus verdere hulp acht zij nu niet nodig.
De rechtbank acht hetgeen de ouders over [voornaam 1] en [voornaam 3] hebben afgesproken begrijpelijk en ook in hun belang. De rechtbank gaat er van uit dat de ouders in staat zullen zijn op gepaste wijze rekening te houden met hetgeen [voornaam 1] naar voren heeft gebracht. Gelet hierop zal de rechtbank, conform het verzoek, bepalen dat het convenant en ouderschapsplan deel uitmaken van deze beschikking.
2.5.
Verblijfplaats
2.5.1.
Partijen hebben verzocht te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van [naam 2] bij de vrouw zal zijn en dat de hoofdverblijfplaats van [naam 1] bij de man zal zijn.
2.5.2.
De rechtbank zal het verzoek met betrekking tot de hoofdverblijfplaats als op de wet gegrond toewijzen, nu niet is gebleken dat het belang van de minderjarigen zich daartegen verzet.
2.6.
Onderhoudsbijdrage(n)
2.6.1.
Partijen hebben verzocht een door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen (hierna ook: kinderbijdrage) vast te stellen van € 2,00 per maand per kind.
2.6.2.
Tevens hebben partijen verzocht een door de man te betalen kinderbijdrage van
€ 250,00 per maand per kind, te voldoen op de kindrekening.
2.6.3.
De rechtbank zal het verzoek met betrekking tot de kinderbijdrage als op de wet gegrond toewijzen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd te [woonplaats] op 27 mei 2016;
3.2.
bepaalt dat de hoofdverblijfplaats van [naam 2] zal zijn bij de vrouw en dat de hoofdverblijfplaats van [naam 1] zal zijn bij de man;
3.3.
bepaalt dat de man € 2,00 per maand per kind dient te betalen aan de vrouw en
€ 250,00 dient te storten op de kindrekening als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de voornoemde minderjarigen, met ingang van 1 februari 2022, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
3.4.
verklaart de beslissing met betrekking tot de hoofdverblijfplaats en de kinderbijdrage uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
bepaalt dat het aangehechte en door de griffier gewaarmerkte convenant en ouderschapsplan voor het overige deel uitmaken van deze beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mr. [voorletters] van Leuven, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op
.