ECLI:NL:RBZWB:2022:1414
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake beëindiging WIA-uitkering door niet tijdig betalen griffierecht
Op 18 maart 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door een gemachtigde, beroep heeft ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Dit beroep betreft de beëindiging van de WIA-uitkering van eiser per 1 mei 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 49,- niet tijdig heeft betaald. De griffier heeft eiser herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar eiser heeft geen tijdige betaling verricht en geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Hierdoor heeft de rechtbank besloten om zonder zitting uitspraak te doen, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.