ECLI:NL:RBZWB:2022:1468

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 februari 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
C/02/392974 JE RK 21-2589
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Hamburger
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van gezinsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 februari 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [roepnaam] en [roepnaam 2]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 18 februari 2021 en zou aflopen op 18 februari 2022. De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling met één jaar, omdat de gestelde doelen nog niet waren behaald en er nog steeds sprake was van strijd tussen de ouders, wat de ontwikkeling van de kinderen bedreigde. Tijdens de mondelinge behandeling waren zowel de ouders als een vertegenwoordiger van de GI aanwezig. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders verbeterd is, maar dat er nog onvoldoende vooruitgang is geboekt. De kinderrechter heeft de verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk geacht, met als doel de ontwikkeling van de kinderen te beschermen en de communicatie tussen de ouders verder te verbeteren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de ondertoezichtstelling is verlengd tot 18 februari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/392974 / JE RK 21-2589
Datum uitspraak: 14 februari 2022

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,

locatie Roosendaal, de gecertificeerde instelling, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2012 te [geboorteplaats 1] ,

hierna te noemen: [roepnaam 1] ,

[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats 2] ,

hierna te noemen: [roepnaam 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[roepnaam 1] , voornoemd,

[moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. W.H.P. de Jongh, te Roosendaal ,

[vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. L.A.P. van Haperen, te Breda.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 17 december 2021, ingekomen bij de griffie op 17 december 2021.
Op 14 februari 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de GI.
De medewerkster namens de Raad heeft in verband met de coronamaatregelen de mondelinge behandeling via een beeldschermverbinding bijgewoond.
Gelet op de nauwe samenhang van het onderhavige door de GI met het door de vrouw ingediende verzoek in de zaak met kenmerk C/02/346345 / FA RK 18-3265, zijn deze verzoeken tijdens de mondelinge behandeling gelijktijdig behandeld. Op het verzoek van de vrouw zal bij afzonderlijke beschikking worden beslist.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [roepnaam] en [roepnaam 2] wordt uitgevoerd door de ouders.
[roepnaam] heeft zijn hoofdverblijf bij de moeder en [roepnaam 2] heeft zijn hoofdverblijf bij de vader. [roepnaam] en [roepnaam 2] verblijven ongeveer negen dagen in de twee weken bij de moeder en vijf dagen in de twee weken bij de vader.
Bij beschikking van 18 februari 2021 zijn [roepnaam] en [roepnaam 2] onder toezicht gesteld met ingang van 18 februari 2021 tot 18 februari 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [roepnaam] en [roepnaam 2] te verlengen met één jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Het standpunt van verzoeker

De GI heeft ter onderbouwing van het verzoek aangevoerd dat de in het kader van de ondertoezichtstelling gestelde doelen nog niet zijn behaald. Er is tussen de ouders nog steeds sprake van strijd. Het lukt hen ook onvoldoende om op een goede manier met elkaar te communiceren. De moeder durft haar zorgen niet rechtstreeks met de vader te bespreken, want dit zorgt voor onrust en verbale agressie vanuit de vader. Daarnaast blijft de vader (met name) [roepnaam] te veel belasten met de volwassen zaken die tussen de ouders spelen. Hij kan [roepnaam] hierin niet beschermen en de informatie afschermen voor hem, zodat hij kind kan zijn. Verder heeft de GI nog steeds geen zicht op de persoonlijke problematiek van de vader en de hulpverlening die hij stelt hiervoor te krijgen. De GI heeft bij beide ouders wel voldoende opvoedvaardigheden geconstateerd. Ook heeft de GI geconstateerd dat zij het allebei van belang achten dat de kinderen contact hebben met de andere ouder. De GI adviseert om in de komende periode systeembegeleiding voor de ouders en speltherapie voor de kinderen in te zetten. Deze speltherapie hoeft niet per se bij [kantoornaam] plaats te vinden. Daarnaast dient het parallel ouderschap verder vorm te worden gegeven en onder begeleiding van de opvoedcoaches een ouderschapscontract te worden opgesteld. Hiervoor acht de GI een verlenging van de ondertoezichtstelling met één jaar noodzakelijk. De GI verwacht dat de gezinsvoogd, die al een paar weken vanwege ziekte afwezig is, op korte termijn weer de uitvoering van de ondertoezichtstelling op zich kan nemen.

Het standpunt van de belanghebbenden

Door en namens de moeder is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat zij kan instemmen met een verlenging van de ondertoezichtstelling met één jaar. De moeder acht een schakel tussen de ouders nodig.
Door namens de vader is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat hij eveneens kan instemmen met een verlenging van de ondertoezichtstelling met één jaar. De man ziet dat nog niet alle doelen zijn behaald. De communicatie tussen de ouders is echter al wel wat verbeterd. Ook zijn de ouders met de hulp van de gezinscoaches al redelijk ver met een concept ouderschapsplan. De man is bereid om verder mee te werken aan de begeleiding door de gezinscoaches en de nog te starten systeembegeleiding. Daarnaast heeft hij geen bezwaar tegen speltherapie voor de kinderen. Wel wil hij graag dat de kinderen speltherapie krijgen van een andere instantie dan [kantoornaam] . Verder heeft de man al meerdere keren tegenover de GI aangegeven dat hij al enkele jaren hulp krijgt voor zijn persoonlijke problematiek.
Namens de Raad is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat de doelen die in het kader van de ondertoezichtstelling zijn gesteld nog niet zijn behaald. De Raad acht het daarom in het belang van de kinderen dat de ondertoezichtstelling met één jaar wordt verlengd.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De kinderrechter stelt op basis van de stukken en de mondelinge behandeling vast dat de kinderen nog steeds ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De in het kader van de ondertoezichtstelling gestelde doelen zijn nog niet behaald. Het is in het belang van de kinderen dat de communicatie tussen de ouders wordt verbeterd en dat de frictie die er nog tussen hen bestaat verdwijnt. De ouders hebben hierin al enige stappen gezet, maar deze stappen zijn voor de kinderen nog te weinig. Zij worden nog steeds door de strijd tussen hun ouders belast. Daarom wordt systeembegeleiding aan de ouders en het met de gezinscoaches verdere vormgeven van het parallel ouderschap en een ouderschapscontract van belang geacht. Ook dient er zicht te komen op de persoonlijke problematiek van de vader en de hulpverlening die hij hiervoor krijgt. Daarnaast dient begonnen te worden met speltherapie aan de kinderen. Gelet op de weerstand die de vader jegens [kantoornaam] heeft, dient gezocht te worden naar een andere instantie die deze therapie aan de kinderen kan bieden. Bovenstaande omstandigheden maken dat de kinderrechter een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk acht. De kinderrechter gaat ervan uit dat de gezinsvoogd weer snel in staat zal zijn om uitvoering aan deze maatregel te geven.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [roepnaam] en [roepnaam 2] verlengen voor de duur van één jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [roepnaam] en [roepnaam 2] met ingang van 18 februari 2022 tot 18 februari 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2022 door mr. Hamburger, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
WV
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 25 februari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.