ECLI:NL:RBZWB:2022:1508
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. van Oijen
- Rechtspraak.nl
Beslissing over hoofdverblijf en ontbinding geregistreerd partnerschap met focus op belang minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 maart 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de ontbinding van een geregistreerd partnerschap en de vaststelling van het hoofdverblijf van de minderjarige dochter van de partijen. De moeder heeft ervoor gekozen te verhuizen, wat resulteerde in een afstand van 100 km van het adres van de vader. De rechtbank heeft de belangen van de minderjarige centraal gesteld en vastgesteld dat het hoofdverblijf van de minderjarige bij de moeder zal zijn. De rechtbank heeft daarbij de noodzaak van rust en continuïteit voor de minderjarige benadrukt, evenals het belang van het contact met beide ouders. De rechtbank heeft ook een zorgregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige drie van de vijf weekenden bij de vader zal verblijven en wekelijks contact via Facetime zal hebben. Daarnaast is de man verplicht om kinderalimentatie te betalen aan de vrouw. De verdeling van de gemeenschappelijke goederen is eveneens aan de orde gekomen, waarbij partijen zijn overeengekomen dat de gezamenlijke woning aan de man zal worden toebedeeld, onder bepaalde voorwaarden. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.