ECLI:NL:RBZWB:2022:1533
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanvraag doelgroepverklaring loonkostenvoordeel
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 maart 2022 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep dat door eiseres is ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had een aanvraag ingediend voor een doelgroepverklaring loonkostenvoordeel voor een (ex) werknemer, maar deze aanvraag werd door het UWV afgewezen in een besluit van 1 maart 2021. Eiseres heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit van 15 april 2021, waarin het UWV het bezwaar van de (ex) werknemer ongegrond verklaarde. De rechtbank heeft de brief van eiseres van 8 juni 2021 aangemerkt als een beroepschrift, maar heeft ook vastgesteld dat eiseres geen bezwaar heeft gemaakt tegen het oorspronkelijke besluit van 1 maart 2021. Dit is in strijd met artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende die redelijkerwijs kan worden verweten geen bezwaar te hebben gemaakt tegen het oorspronkelijke besluit. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiseres verweten kan worden dat zij geen bezwaar heeft gemaakt en heeft het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.