Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2022 in de zaak tussen
[belanghebbende] , te [plaats 1] , belanghebbende
de heffingsambtenaar van de gemeente Middelburg, de heffingsambtenaar,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
Oordeel rechtbank
Conclusie
Redelijke termijn
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de vastgestelde waarde tot € 3.350.000,-;
- vermindert de aanslag onroerendezaakbelasting dienovereenkomstig;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 1.000,-;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.620,-;
- gelast dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het door haar betaalde griffierecht vergoedt, zijnde € 354,-.