Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
[naam 1], geboren op 23 mei 2019 te [geboorteplaats],
[naam 2],
[naam 3],
DE PLEEGMOEDER,
Het (verdere) procesverloop
- de beschikking van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 8 maart 2022 (in de zaak: C/02/394330 / JE RK 22-172);
- het verzoek met bijlagen van de GI van 15 februari 2022, ingekomen bij de griffie op 16 februari 2022 (in de zaak: C/02/394733 / JE RK 22-254).
- de moeder, bijgestaan door mr. Gulickx;
- de pleegmoeder;
- een vertegenwoordigster van de GI.
De feiten
De verzoeken
- dat de pleegouder met [voornaam] naar het consultatiebureau en de kinderarts mag gaan;
- dat de kinderarts zijn/haar bevindingen met de pleegouder mag delen;
- dat de pleegouder vervolgens de informatie mag terugkoppelen aan de GI, zodat de GI die informatie met de moeder kan bespreken.
De standpunten
De (nadere) beoordeling
uiterlijk één week voorafgaand aan de volgende mondelinge behandelingeen schriftelijk verslag te overleggen, onder gelijktijdige verstrekking daarvan aan (de advocaat van) de moeder en de pleegmoeder, met daarin een update over de actuele stand van zaken. De rechtbank wenst daarbij te worden geïnformeerd over:
- de actuele (on)mogelijkheden in de (opvoed)situatie van de moeder met betrekking tot haar huisvesting, inkomen, relatie en hulpverlening;
- het verloop van de contacten tussen de moeder en [voornaam];
- de ontwikkeling van [voornaam] bij de pleegmoeder.
De beslissing
[zittingsdatum],bij de meervoudige kamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, Stationslaan 10, 4815 GW, in afwachting van het verslag van de GI zoals hiervoor overwogen;