2.3Het beroep van [naam eiseres 2] zal ongegrond verklaard worden.
De ongegrond verklaring van de administratieve beroepen van eisers sub 1 t/m sub 3.
3. Eisers hebben in beroep aangegeven dat het bestuur van [naam eiseres 2] naar aanleiding van de undercoveractie het veiligheidsbeleid heeft aangescherpt en dat nu volledig voldaan wordt aan de geldende regelgeving. Zij hebben betoogd dat niet duidelijk is of zij, de KNSA en de politie dezelfde beelden hebben gezien. Zij zijn van mening dat door de [naam zender] -programmamakers een op de montagetafel in elkaar geknutselde Hollywoodfilm is gemaakt. Vanuit de montagekamer kunnen vele waarheden gecreëerd worden, maar aan de hand van de werkelijke feiten kan niet anders geconcludeerd worden dan dat er nimmer sprake is geweest van vrees voor een gevaarlijke situatie. Daarbij is volgens eisers van belang dat de politie de beelden van [naam zender] slechts één keer heeft bekeken - te weten op 4 juli 2019 - en dat zij daarvan pas op 23 augustus 2019 een verslag gemaakt hebben.
4. Artikel 7, tweede lid, aanhef en onder b en onder e, van de Wwm bepaalt dat de in deze wet genoemde erkenningen, consenten, vergunningen, verloven en ontheffingen door het bestuursorgaan dat deze heeft verleend of door Onze Minister kunnen worden gewijzigd of ingetrokken
b. indien er aanwijzingen zijn dat aan de houder daarvan het onder zich hebben van wapens of munitie niet langer kan worden toevertrouwd;
e. bij niet inachtneming van een daaraan verbonden beperking of voorschrift.
Ingevolge paragraaf 2.2.5 van de Circulaire wapens en munitie – zoals die Circulaire luidde ten tijde hier van belang – dienen aan het ter beschikking stellen van verenigings- of privé-wapens aan introducés de volgende voorschriften in acht te worden genomen:
a. de schietvereniging dient een introducéregister bij te houden conform het model van de KNSA;
b. het vuurwapen of luchtdrukwapen alsmede de daarbij behorende munitie mag pas op het schietpunt van de schietbaan – door de persoon die bevoegd is het betrokken vuurwapen voorhanden te hebben – aan de schutter worden afgegeven;
c. de persoon die bevoegd is het betrokken vuurwapen of luchtdrukwapen voorhanden te hebben blijft tijdens het schieten in de onmiddellijke nabijheid van de schutter op het schietpunt;
d. het vuurwapen en de niet verschoten patronen of het luchtdrukwapen dienen onmiddellijk na de schietoefening op het schietpunt te worden teruggegeven aan de persoon die bevoegd is het betrokken vuurwapen voorhanden te hebben;
e. door de persoon die bevoegd is het betrokken vuurwapen voorhanden te hebben dient gecontroleerd te worden of het aantal verschoten patronen plus het aantal overgebleven patronen overeenkomt met het aantal uitgereikte patronen.