ECLI:NL:RBZWB:2022:1631
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verschoning
- Peters
- Römers
- Leppens
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een civiele procedure
Op 29 maart 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. [voorletters] Speekenbrink, rechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het verzoek tot verschoning werd ingediend op 22 maart 2022 en was gebaseerd op de relatie tussen de rechter en mevrouw [naam], die een kennis van de rechter is. De procedure heeft niet ter zitting plaatsgevonden, aangezien een verschoningsverzoek niet verplicht ter terechtzitting behandeld hoeft te worden.
De rechtbank heeft in haar beoordeling overwogen dat een rechter op grond van zijn of haar aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, maar dat uitzonderlijke omstandigheden kunnen wijzen op vooringenomenheid. In dit geval heeft de rechter aangevoerd dat de schijn van partijdigheid vermeden moet worden, wat heeft geleid tot de conclusie dat het verschoningsverzoek terecht is ingediend.
De beslissing van de verschoningskamer houdt in dat het verzoek tot verschoning wordt toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. De rechtbank heeft ook bepaald dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. De beslissing is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.