ECLI:NL:RBZWB:2022:1705
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Meyboom
- Rechtspraak.nl
Ontbinding geregistreerd partnerschap en partneralimentatie in een civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 maart 2022 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de ontbinding van een geregistreerd partnerschap tussen een vrouw en een man. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C.H.M. van Beurden, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.N. van Wensen, hebben beiden verzocht om ontbinding van hun geregistreerd partnerschap, dat zonder partnerschapsvoorwaarden was aangegaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het partnerschap duurzaam ontwricht is en dat er geen overeenstemming is bereikt over een ouderschapsplan voor hun minderjarige kind. De rechtbank heeft de verzoeken van beide partijen tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap en de regeling van de zorg- en opvoedingstaken toegewezen.
Daarnaast heeft de rechtbank de alimentatieverplichtingen van de man ten aanzien van de vrouw en het minderjarige kind beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man in staat is om een bijdrage van € 239,- per maand aan de vrouw te betalen, en dat hij ook kinderalimentatie moet betalen, die in de loop van de procedure is vastgesteld op € 150,- per maand met ingang van 1 mei 2020 en € 200,- per maand met ingang van 1 juli 2021. De rechtbank heeft de verdeling van de gemeenschappelijke goederen en schulden tussen partijen geregeld en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De rechtbank heeft de partijen erop gewezen dat hoger beroep mogelijk is binnen drie maanden na de uitspraak.