ECLI:NL:RBZWB:2022:1859
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor warmtepomp en warmte-terugwininstallatie nieuwbouwwoning
Op 8 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers bezwaar maakten tegen de afwijzing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena. Verzoekers, kopers van een nieuwbouwwoning in Andel, verzochten om handhaving tegen het in afwijking van de verleende omgevingsvergunning plaatsen van een ander type warmtepomp en een andere warmte-terugwininstallatie. Zij vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de rechter oordeelde dat een zitting achterwege kon blijven op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter stelde vast dat de bestuursrechter niet bevoegd is om een bouwstop op te leggen aan de derde partij die de warmtepomp en installatie plaatst. De voorlopige voorziening-procedure is bedoeld om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen, en niet om een bouwstop op te leggen aan een derde partij. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat er geen grond was voor een proceskostenveroordeling. De afwijzing van het handhavingsverzoek door verweerder was gebaseerd op de conclusie dat er sprake was van een gelijkwaardig alternatief volgens het Bouwbesluit 2012. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.