Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 april 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
1. Feiten
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 11 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser en het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland. De zaak betreft de intrekking van subsidieverlening in het kader van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (SNL) en de terugvordering van te veel ontvangen subsidie over de jaren 2015 tot en met 2018. De verweerder heeft op 14 juli 2020 besloten de subsidieverlening in te trekken, omdat eiser niet gedurende de vereiste zes jaar het beheer heeft gevoerd over de in de subsidieaanvraag aangegeven percelen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de primaire besluiten en beroep ingesteld tegen de bestreden besluiten van verweerder. De rechtbank heeft op 11 februari 2022 de beroepen behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van verweerder, mr. C.J.M. Daniels.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aan de voorwaarden voor de subsidieverlening heeft voldaan, omdat hij niet gedurende de volledige termijn agrarisch natuurbeheer heeft uitgevoerd. De rechtbank oordeelt dat de intrekking van de subsidie en de terugvordering van de onverschuldigd betaalde bedragen terecht zijn. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de gewijzigde ingangsdatum van de subsidie, maar de rechtbank oordeelt dat dit voor zijn rekening en risico komt. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en er is geen reden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.