Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 april 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
Procesverloop
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
Overwegingen
Feiten
Omvang geschil
Wettelijk kader
Toetsingskader
Medische beoordeling
Het onderzoek is onzorgvuldig. Om de procedure te versnellen heeft eiser afgezien van een hoorzitting, welke volgens het UWV pas in juli 2021 kon plaatsvinden. Op 21 april 2021 heeft het UWV bericht dat hij medische gegevens mocht aanleveren. Terwijl hij nog in afwachting van die gegevens was, werd echter al op 28 april 2021 het bestreden besluit genomen.
Geschiktheid voor de functies
.Daarin is inzichtelijk gemotiveerd dat, uitgaande van de vastgestelde beperkingen, eiser de werkzaamheden kan verrichten die verbonden zijn aan deze functies. Eisers standpunt niet in staat te zijn te werken (en daarmee de geduide functies te verrichten), vloeit voort uit zijn opvatting dat zijn medische beperkingen zijn onderschat. Zoals de rechtbank in overweging 5.4 heeft geconcludeerd is die opvatting niet juist.
Mate van arbeidsongeschiktheid
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 49,00 aan eiser te vergoeden.