Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
- de aan belanghebbende voor het jaar 2016 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en de daarbij in rekening gebrachte belastingrente (aanslagnummer [aanslagnummer]H.66.01) en
- de aan belanghebbende voor het jaar 2016 opgelegde aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de daarbij in rekening gebrachte belastingrente (aanslagnummer [aanslagnummer]W.66.01.4).
1.Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de Minister voor Rechtsbescherming tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn aan belanghebbende van € 1.000;
- veroordeelt de Minister voor Rechtsbescherming in de proceskosten in beroep van belanghebbende tot een bedrag van € 759 en
- gelast dat de Minister voor Rechtsbescherming het voor het beroep betaalde griffierecht van € 50 aan belanghebbende vergoedt.
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;