ECLI:NL:RBZWB:2022:2265
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar omgevingsvergunning voor milieuneutrale veranderingen
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door eisers tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland. Het college had op 7 april 2020 een omgevingsvergunning verleend aan [naam bedrijf 1] voor het vervangen en verplaatsen van verschillende installaties en machines. Eisers, die wonen aan de [adres 2] te [plaatsnaam], maakten bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde hun bezwaar op 18 augustus 2020 niet-ontvankelijk. Dit leidde tot het beroep bij de rechtbank, dat op 25 maart 2022 werd behandeld.
De rechtbank heeft zich in deze uitspraak gericht op de vraag of eisers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat eisers moeten aantonen dat zij feitelijke gevolgen ondervinden van de activiteiten die door de omgevingsvergunning worden toegestaan. De rechtbank concludeert dat eisers niet voldoende bewijs hebben geleverd dat het laagfrequente geluid dat zij ervaren, daadwerkelijk afkomstig is van het industrieterrein waar [naam bedrijf 1] is gevestigd. De rechtbank wijst erop dat er andere bedrijven op het industrieterrein zijn die ook geluid produceren, en dat er verschillende factoren zijn die de hinder kunnen beïnvloeden.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, omdat eisers niet hebben aangetoond dat zij feitelijke gevolgen van enige betekenis ondervinden van het besluit. De rechtbank ziet geen reden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T. Peters en openbaar gemaakt op 14 april 2022.