ECLI:NL:RBZWB:2022:2472
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 4 mei 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. De eiser had beroep ingesteld omdat hij van mening was dat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaar tegen een besluit betreffende zijn rijgeschiktheid. Het bezwaar was ingediend op 17 augustus 2021 en verweerder had pas op 18 maart 2022 een beslissing genomen. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat de eiser het verschuldigde griffierecht van € 184,- niet tijdig had betaald. De griffier had de eiser in een aangetekende brief van 17 maart 2022 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar de eiser had dit verzuimd zonder enige verontschuldiging. Hierdoor kon de rechtbank niet anders dan het beroep niet-ontvankelijk verklaren. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.