ECLI:NL:RBZWB:2022:2544
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- M. van Kralingen
- A. Hertsig
- J. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in faillissementszaak met curator
Op 9 mei 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door mr. Oonk-Pallandt Q.Q., de curator in de faillissementen van de besloten vennootschappen '[naam bv 1]' en 'J & V B Beheer B.V.'. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. [voorletters] Hermans, die als rechter optrad in de hoofdzaak. De curator stelde dat de rechter de schijn van partijdigheid had gewekt, omdat zij en haar gemachtigde niet of nauwelijks aan het woord waren gekomen, terwijl de wederpartijen uitvoerig de gelegenheid kregen om hun standpunten naar voren te brengen. Daarnaast werd er geklaagd over de wijze waarop de rechter de zitting leidde en over opmerkingen die zij zou hebben gemaakt over de curator.
De wrakingskamer heeft het procesverloop en de argumenten van de verzoekster zorgvuldig beoordeeld. De rechter heeft in haar verweer aangegeven dat het gebruikelijk is dat alleen de verklaringen van partijen worden opgetekend en dat de vragen en opmerkingen van de rechter niet altijd worden genoteerd. De wrakingskamer concludeerde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter. De omstandigheden dat de zittingsaantekeningen niet onmiddellijk zijn verstrekt en dat de rechter soms in de rede viel, waren niet voldoende om de schijn van partijdigheid te onderbouwen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten het wrakingsverzoek af te wijzen en de behandeling van de hoofdzaak voort te zetten. De beslissing werd genomen door mr. Van Kralingen, als rechter en voorzitter, en mr. Hertsig en mr. De Roos, als rechters, in aanwezigheid van de griffier mr. Hamans. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.