ECLI:NL:RBZWB:2022:2573
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig verstrekken van dossier en beslissen op verzoek om herbeoordeling kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 10 mei 2022, is het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen aan de orde. Eiseres heeft gesteld dat verweerder niet tijdig het volledige dossier heeft verstrekt en niet op tijd heeft beslist op haar verzoek van 18 december 2020 om herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek om het volledige dossier niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt, waardoor het beroep in dat opzicht niet-ontvankelijk is.
Wat betreft het niet tijdig beslissen op het verzoek om herbeoordeling, heeft de rechtbank vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 13 januari 2022 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank draagt verweerder op om binnen negen weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat verweerder het maximale bedrag van € 1.442,- aan dwangsommen heeft verbeurd en dat eiseres recht heeft op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 50,- en proceskosten tot een bedrag van € 379,50. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.