ECLI:NL:RBZWB:2022:2574
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig verstrekken van dossier en beslissen op verzoek om herbeoordeling kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 10 mei 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft geklaagd over het niet tijdig verstrekken van het volledige dossier en het niet tijdig beslissen op haar verzoek om herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag, ingediend op 26 november 2020. De rechtbank heeft besloten dat het verstrekken van een dossier niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor het beroep in dat opzicht niet-ontvankelijk is.
Wat betreft het niet tijdig beslissen op het verzoek om herbeoordeling, heeft de rechtbank vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 14 december 2021 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is. De rechtbank draagt verweerder op om binnen negen weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt verweerder verplicht om een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt haar griffierecht van € 50,- vergoed en ook een proceskostenvergoeding van € 379,50.
De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en benadrukt dat partijen de mogelijkheid hebben om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.