ECLI:NL:RBZWB:2022:2671
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen inzake naheffingsaanslagen loonheffingen en A1-verklaringen
Op 16 mei 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een belanghebbende, een uitzendbureau gevestigd in Slowakije, en de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank verklaarde de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk. De zaak betreft naheffingsaanslagen loonheffingen die zijn opgelegd aan de belanghebbende over de jaren 2012 tot en met 2014, nadat de inspecteur had vastgesteld dat de A1-verklaringen door Slowakije op onjuiste gronden waren afgegeven. De inspecteur had eerder een boekenonderzoek aangekondigd en na overleg met de Slowaakse autoriteiten waren de A1-verklaringen ingetrokken, wat leidde tot de naheffingsaanslagen.
De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen, maar na een telefonisch overleg in 2017 werd besloten het bezwaar aan te houden totdat de bevoegde sociale zekerheidsautoriteit uitsluitsel had gegeven. In 2020 deed de inspecteur uitspraken op bezwaar waarbij de naheffingsaanslagen werden verminderd en een kostenvergoeding werd toegekend. De advocaat van de belanghebbende heeft in mei 2020 beroepen ingesteld, maar de rechtbank kreeg te horen dat de gemachtigde niet langer optrad. De curator van de belanghebbende werd verzocht om nadere informatie te verstrekken over de voortzetting van de procedures.
Uiteindelijk bleek dat het faillissement van de belanghebbende op 6 februari 2020 was uitgesproken en dat het faillissement op 29 december 2021 was opgeheven. De rechtbank concludeerde dat de curator niet wenste door te gaan met de procedures en dat de belanghebbende niet meer in staat was om de beroepen voort te zetten. De rechtbank oordeelde dat de beroepen van de belanghebbende, gezien het verzoek om ontslag van instantie door de inspecteur, kennelijk niet-ontvankelijk moesten worden verklaard. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.