ECLI:NL:RBZWB:2022:2691

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 april 2022
Publicatiedatum
17 mei 2022
Zaaknummer
C/02/396522 JERK 22-615
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Toekoen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 april 2022 uitspraak gedaan over de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren op 9 mei 2005. De kinderrechter betreurt het dat er nog geen open groep voor de minderjarige is gevonden, ondanks dat hij zijn doelen op de gesloten groep al heeft bereikt. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp voor een periode van twee maanden te verlenen, met de verwachting dat de gecertificeerde instelling (GI) binnen deze periode een passende vervolgplek voor de minderjarige zal vinden. De kinderrechter benadrukt dat een tijdelijke overstap naar een andere (crisis)groep niet in het belang van de minderjarige is, omdat dit kan leiden tot een terugval in zijn ontwikkeling. De GI had eerder al aangegeven dat de minderjarige extra ondersteuning nodig heeft, vergelijkbaar met die van mensen met een lichtverstandelijke beperking. De kinderrechter heeft de GI aangespoord om met de grootst mogelijke voortvarendheid naar een open groep te zoeken, en heeft het resterende deel van het verzoek afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
Zaaknummer: C/02/396522 / JE RK 22-619
Datum uitspraak: 26 april 2022

Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING EN JEUGDRECLASSERING,

locatie Amsterdam, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (GI),
betreffende

[naam 1],

geboren op 9 mei 2005 te [geboorteplaats],
hierna te noemen: [voornaam],
advocaat: mr. R.G.J. van Kerkhof te Gilze.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[voornaam], voornoemd,

De kinderrechter merkt als informanten aan:

[naam 2],

hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam 3],

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 1],

[naam 4],

hierna te noemen: de stiefmoeder,
wonende te [woonplaats 2],
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO ZUIDWEST NEDERLAND,hierna te noemen de Raad,
gevestigd te Breda.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 7 april 2022, ingekomen bij de griffie op 11 april 2022;
- de verklaring van 8 april 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf, niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring van 24 oktober 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
- het e-mailbericht met bijlage van de advocaat van [voornaam] van 22 april 2022;
- het e-mailbericht van de vader en de stiefmoeder met als bijlage het nieuwe behandelplan van 22 april 2022.
Op 26 april 2022 heeft de kinderrechter het verzoek met gesloten deuren mondeling behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam], die ook apart is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat,
- de moeder,
- de stiefmoeder,
- een vertegenwoordigster van de Raad,
- een vertegenwoordigster van de GI.
De vader is niet verschenen.

De feiten

Bij beschikking van 14 oktober 2015 is [voornaam] onder voogdij van de GI gesteld .
Bij beschikking van 27 oktober 2021 is een machtiging gesloten jeugdhulp van [voornaam] verleend tot 27 april 2022.
[voornaam] verblijft bij [naam instelling].

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De externe gedragswetenschapper heeft aangegeven in te kunnen stemmen met een gesloten plaatsing voor de duur van drie maanden.

Het standpunt van de verzoekster

De GI heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat zij, gezien de verklaring van de gedragswetenschapper, haar verzoek vooralsnog beperkt tot drie maanden en een eventuele aanhouding van het resterende deel. Het gaat heel goed met [voornaam] bij [naam instelling]. Het zou voor hem het beste zijn als er een plek op een open groep wordt gevonden die dicht bij de vader en de stiefmoeder is. Er is echter sprake van grote problematiek binnen de jeugdzorg en het is heel treurig dat [voornaam] daar het slachtoffer van is. Het is ook moeilijk om voor [voornaam] een vervolgplek te vinden omdat hij een gemiddeld intelligentieniveau heeft maar wel de extra ondersteuning nodig heeft die mensen met een lichtverstandelijke beperking ook nodig hebben. [naam instelling] heeft aan de GI aangegeven dat [voornaam] niet bij haar naar een open groep toe kan gaan. Voor zover de GI weet kan [voornaam] daarnaast slechts één week op vrijwillige basis op de gesloten groep bij [naam instelling] verblijven. Als de stiefmoeder beschikt over andere informatie, dan is deze niet met de GI gedeeld. De GI ziet het ook als een te groot risico om [voornaam] naar een crisisplek te laten gaan: als zijn behandeling wegvalt dan verwacht de GI dat hij een terugval zal krijgen. De GI is verbaasd over het feit dat nu aangegeven wordt dat [voornaam] overvallen is door het verzoek. Er is daarover uitgebreid met hem gesproken in de aanwezigheid van zijn mentor.
Positief is dat de gemeente heeft aangegeven extra financiële middelen beschikbaar te willen stellen als er een instelling is waar [voornaam] naar toe kan gaan waar wel extra ondersteuning kan worden gegeven. De GI heeft notie genomen van het verslag van de interne gedragswetenschapper.

De standpunten van de belanghebbenden

[voornaam] heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat het goed met hem gaat bij [naam instelling]. Hij wil zo spoedig mogelijk naar een open groep. [voornaam] staat nu als het ware in de wachtstand. Hij heeft zijn doelen op de gesloten groep in de afgelopen twee weken al bereikt. Totdat er een plek op een open groep beschikbaar is wil hij wel op zijn huidige groep blijven. Door deze houding kan [voornaam] direct door naar een open groep en hoeft hij tussentijds niet naar een crisisgroep..
De advocaat van [voornaam] heeft primair verzocht om afwijzing van het verzoek. [voornaam] kan dan zoals [naam instelling] heeft gesteld nog een aantal weken bij haar blijven. De huidige situatie kan dan nog gecontinueerd worden. [voornaam] verblijft dan doordeweeks bij [naam instelling] en in de weekenden bij de vader en de stiefmoeder. Of [voornaam] kan tijdelijk volledig thuis gaan wonen. [voornaam] hoeft dan niet naar een crisisplek. Subsidiair wordt verzocht om toewijzing van de machtiging gesloten jeugdhulp voor één of maximaal twee maanden met afwijzing van het resterende deel. De GI mag geen enkele ruimte meer worden gegeven en zij moet op hele korte termijn een plek op een open groep voor [voornaam] vinden.
De GI doet het voorkomen alsof er geen sprake is van een problematische situatie en alsof [voornaam] het goed vindt dat hij gesloten geplaatst blijft. De GI is echter veel te laat begonnen met het zoeken naar een vervolgplek voor [voornaam]. Dit is onbegrijpelijk omdat de GI de situatie waarin [voornaam] zich bevindt en ook de problematiek die er in de jeugdzorg is kent. [naam instelling] gaf aan [voornaam] aan dat zijn verblijf bij haar zou eindigen. [voornaam] is daarom in zijn hoofd al afscheid gaan nemen van de gesloten groep. Het verzoek overvalt [voornaam] dan ook heel erg. [voornaam] heeft het heel moeilijk met de situatie. De onzekerheid die er is zorgt bij hem voor extra spanning en dit heeft een negatieve weerslag op zijn gedrag. Het mag niet zo zijn dat [voornaam], zonder dat dit noodzakelijk is op basis van zijn gedrag, nog langer gesloten moet blijven. Dit geldt des te meer omdat de interne gedragswetenschapper stelt dat er geen enkele grond meer is voor een gesloten plaatsing. De interne gedragswetenschapper maakt kenbaar dat enkel om de continuïteit te waarborgen [voornaam] nog een aantal weken bij [naam instelling] kan verblijven voordat hij naar de open groep kan.
De stiefmoeder heeft tijdens de mondelinge behandeling verzocht om afwijzing van het verzoek. De situatie doet de stiefmoeder en de vader veel verdriet. In oktober 2021 bracht [naam instelling] al naar voren dat er geen gronden meer waren om [voornaam] nog langer gesloten geplaatst te laten blijven. Toch was verlenging nog noodzakelijk omdat er nog een passende vervolgplek voor [voornaam] moest worden gevonden. Op 18 januari 2022 heeft er een behandelplanbespreking plaatsgevonden. Toen gaf de jeugdzorgwerker aan dat zij nog niet toe was gekomen aan het zoeken van een vervolgplek voor [voornaam]. De jeugdzorgwerker wijst naar de problematiek in het jeugdzorgsysteem maar heeft zelf ook fouten gemaakt. [voornaam] werkt al anderhalf jaar heel hard en toch moet hij nog op de gesloten groep blijven. Het is dan ook uiterst kwalijk dat de GI verzoekt om een nieuwe machtiging voor de duur van zes maanden. Als het verzoek wordt afgewezen dan kan [voornaam] nog een aantal weken bij [naam instelling] blijven of hij kan tijdelijk naar huis komen. [naam instelling] is bereid om [voornaam] tijdelijk zonder machtiging, maar uit vrijwilligheid op de gesloten groep te laten blijven. Desnoods moet [voornaam] toch naar een crisisplek van [naam instelling]. Het is begrijpelijk dat [voornaam] kiest voor wat bekend voor hem is, maar een gesloten verblijf is niet langer wenselijk. In de afgelopen paar weken liet [voornaam] negatief gedrag zien door de onduidelijkheid en onrust die hij ervaart.
Door de moeder is tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat de interne gedragswetenschapper letterlijk heeft aangegeven dat [voornaam] geen behandeling in een gesloten setting meer nodig heeft. Wat de interne gedragswetenschapper heeft aangegeven had de externe gedragswetenschapper moeten meenemen in zijn rapport.
De Raad heeft tijdens de mondelinge behandeling kenbaar gemaakt het verzoek van de GI te ondersteunen. Er moet gezocht worden naar een passende plek voor [voornaam]. Het is niet wenselijk dat [voornaam] een negatieve ervaring doet en stappen terugzet in zijn ontwikkeling doordat hij een tijdelijke overstap maakt naar een andere groep. De Raad vindt het heel positief dat [voornaam] grote stappen heeft gezet en dat de familie zich liefdevol voor hem inzet.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet, kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de hulp die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
Allereerst wenst de kinderrechter [voornaam] te complimenteren met de grote positieve stappen die hij heeft gezet. Gebleken is dat hij zich zo goed heeft ontwikkeld dat hij de overstap naar een open groep kan maken. In de beschikking van 27 oktober 2021 was al opgenomen dat het vinden van een passende vervolgplek centraal moest staan en dat de GI voortvarend te werk moest gaan in het vinden daarvan. De kinderrechter betreurt het ten zeerste dat er nog geen open plek voor hem is gevonden.
In het verleden heeft [voornaam] al op veel groepen verbleven. [naam instelling] was de eerste plek waar hij zich goed kon ontwikkelen. Er is bij [voornaam] sprake van complexe problematiek. De GI heeft ook aangegeven dat hij de extra ondersteuning nodig heeft die mensen met een lichtverstandelijke beperking ook nodig hebben. Daarnaast heeft [voornaam] uitdrukkelijk aangegeven dat hij niet naar een crisisplek wil toegaan. De kinderrechter vindt het daarnaast van het grootste belang dat voorkomen moet worden dat [voornaam], bij een tussentijds verblijf bij de vader en de stiefmoeder, een terugval krijgt waardoor hij naar een crisisplek toe moet. Voortzetting van de gesloten plaatsing voor een beperkte duur betekent voor [voornaam] dan ook meer rust en verstoort zijn positieve ontwikkeling niet. Gezien het feit dat een machtiging gesloten jeugdhulp een uiterste middel is en [voornaam] zijn doelen op de gesloten groep bereikt heeft, dient wel met de grootst mogelijke voortvarendheid gezocht te worden naar een passende vervolgplek. De kinderrechter zal daarom een machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van twee maanden en het resterende deel afwijzen. Van de GI wordt verwacht dat binnen deze periode een open groep voor [voornaam] wordt gevonden waar hij terecht kan. De gang van zaken dient duidelijk met [voornaam] te worden gecommuniceerd nu hij door de onrust en onduidelijkheid spanning ervaart, wat een negatieve weerslag heeft op zijn gedrag. Bij zijn beoordeling is de kinderrechter uitgegaan van de instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper, als bedoeld in artikel 6.1.2 Jeugdwet.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp van [voornaam] voor de duur van twee maanden, met ingang van 27 april 2022 tot uiterlijk 27 juni 2022;
wijst het resterende deel van het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2022 door mr. Toekoen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. Van Ginkel, als griffier. De schriftelijk uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 mei 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch.