ECLI:NL:RBZWB:2022:2732
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW-3) door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiser had een aanvraag ingediend voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW-3), maar deze aanvraag werd door de minister afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de eiser zijn loonaangifte voor de maand juni 2020 niet tijdig had ingediend, namelijk niet voor de peildatum van 26 augustus 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister op goede gronden heeft gehandeld door de aanvraag af te wijzen, aangezien de wetgeving rondom de NOW-3 expliciet een peildatum hanteert om fraude en misbruik te voorkomen. De eiser voerde aan dat hij loonaangifte had gedaan, maar dit was pas na de uiterste datum. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om van de peildatum af te wijken, en dat de situatie van de eiser niet vergelijkbaar was met de gevallen waarin de minister wel een uitzondering zou kunnen maken. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en bevestigde de afwijzing van de minister.